Het Finse UPM begon vorig jaar al met de basic engineering voor een geavanceerde bioraffinaderij. Toen had het bedrijf nog geen beslissing genomen over de locatie – Kotka (Finland) of Rotterdam – maar inmiddels is duidelijk dat de bioraffinaderij in Rotterdam komt te staan.
Het Finse UPM maakt van reststromen hernieuwbare materialen. De producten van de geplande bioraffinaderij kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt als duurzame vliegtuigbrandstof. Grondstoffen zijn houtige biomassa, vloeibaar afval en andere restgrondstoffen. De beoogde raffinaderij in Rotterdam krijgt een capaciteit van 500.000 ton hernieuwbare brandstoffen per jaar. Het havenbedrijf Rotterdam heeft voor UPM een terrein op Maasvlakte 2 gereserveerd.
UPM is niet van plan verdere beslissingen over het project te nemen voor het einde van het jaar. ‘De huidige investeringsomgeving is zeer uitdagend voor nieuwe grote projecten zoals deze, in termen van middelen, schema’s en kosten’, laat het bedrijf in een persbericht weten. Zo loopt de bouw van een bioraffinaderij in Leuna ook al aanzienlijke vertraging op vanwege de pandemie. ‘Verstoringen van wereldwijde toeleveringsketens hebben zowel de beschikbaarheid als de kosten van kritieke bouwmaterialen beïnvloed. Als gevolg hiervan actualiseren we onze plannen en schatten dat de opstart eind 2023 zal plaatsvinden. De raming van de investeringsuitgaven zal te zijner tijd worden bijgewerkt.’
Jaar later
UPM raamde de investeringskosten voor de bioraffinaderij in Leuna eind 2020 nog op 550 miljoen euro. De verwachting was toen dat deze eind 2022 zou kunnen worden opgestart. Dat wordt nu dus een jaar later. De bioraffinaderij in Leuna krijgt een capaciteit van 220.000 ton bioMEG (monoethyleenglycol) en op lignine gebaseerde vulstoffen per jaar. Daarnaast gaat de installatie bioMPG (monopropyleenglycol) en industriële suikers produceren. Als grondstof wil UPM beukenhout gebruiken dat regionaal in Duitsland wordt gewonnen.