De Raad van State doet op woensdag 16 augustus einduitspraak in de stikstofzaak over CO2-transport en -opslagproject Porthos. De Raad van State oordeelt of de ecologische beoordeling voldoende aantoont dat de stikstofdepositie van Porthos géén significant effect heeft op beschermde natuurgebieden, en of daarmee de benodigde vergunningen voor het project onherroepelijk worden.
Natuurorganisatie Mobilisation for the Environment (MOB) spande in november 2021 een zaak aan tegen het gebruik van de bouwvrijstelling door Porthos. In november 2022 oordeelde de Raad van State dat de bouwvrijstelling geheel vervalt omdat deze in strijd is met het Europese natuurbeschermingsrecht. Porthos kreeg een herstelmogelijkheid in de vorm van een ecologische beoordeling.
De vraag die nu voorligt is of de stikstofdepositie van Porthos effect heeft op nabijgelegen natuurgebieden. De conclusie van de ecologische beoordeling is dat de geringe en eenmalige stikstofdepositie tijdens de aanleg van Porthos geen significante gevolgen heeft voor omliggende natuurgebieden. De Raad van State oordeelt woensdag of zij vindt dat de ecologische beoordeling dit voldoende aantoont.
Porthos is belangrijk voor het realiseren van de Nederlandse klimaatdoelen voor 2030. De opslag van CO2 in lege gasvelden onder de Noordzee brengt de CO2-uitstoot terug met 2,5 Mton per jaar. De stikstofzaak heeft gezorgd voor vertraging van het project. Als de benodigde vergunningen onherroepelijk zijn en Porthos een Definitieve Investeringsbeslissing (FID) heeft genomen, start de bouw van de infrastructuur. Naar verwachting is Porthos operationeel vanaf 2026. Daarmee wordt Porthos het eerste grootschalige CO2-transport en -opslagproject in Nederland.