[vc_row][vc_column][vc_column_text]Anne Arkenbout is Plant Manager of the Year 2023 en daarmee het gezicht of de ambassadeur van de procesindustrie. In het komende jaar wil zij zich inspannen om het wederzijds begrip en de verbinding tussen procesindustrie en samenleving te vergroten. Ook is ze voorstander van meer netwerken en samenwerken binnen de procesindustrie.
Monique Harmsen
Anne Arkenbout, plantmanager van het Membraan Elektrolyse Bedrijf van Nobian in Delfzijl, is nog maar net bijgekomen van haar benoeming tot Plant Manager of the Year 2023. En van de vele felicitaties, reacties op het schoolplein en uitnodigingen die daarop volgden. Voormalige Plant Managers of the Year gaven haar collegiaal de tip om voor dit jaar focusgebieden vast te stellen en daarmee aan de slag te gaan. En om daarnaast regelmatig haar neus te laten zien daar waar het belangrijk is.
Voor Arkenbout begint alles met wederzijds begrip. ‘Mensen hebben niet altijd een idee van wat we doen in de procesindustrie. Er is heel weinig kennis. De discussie gaat hoogstens over de invloed van de procesindustrie op het bruto nationaal product of zorgen over de industrie, maar het gaat niet over wat de industrie ons aan welvaart brengt. Want het gaat wel degelijk over zaken als een schoon klimaat, zwembaden, isolatiemateriaal, stoffen voor onze kleding en medicijnen. Het gaat over heel veel dingen die onze welvaart naar het huidige niveau hebben gebracht. Zaken die bijna net zo essentieel zijn als voedsel en die je gewoon wil borgen in je land. De vraag is: hoe krijg je daar nu op een juiste manier aandacht voor? Dat is niet per se mijn vak, maar daarover ga ik nadenken.’
Aan de andere kant is het volgens haar ook nodig dat de industrie in het algemeen naar zichzelf kijkt. ‘We hebben vanuit de industrie ook wel eens momenten gekend – en dan druk ik me zacht uit – waarin we minder oog hebben gehad voor de omgeving. We moeten onszelf afvragen of we alle voelsprieten wel hebben uitstaan om zorgen in de omgeving tijdig mee te krijgen en actie te ondernemen. Niet alles hoeft in de wet te staan om actie te ondernemen, je kunt ook gewoon proberen een goede buur te zijn. En dat is precies wat wij hier op het Chemie Park doen.’[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row css=”.vc_custom_1455723775392{padding-top: 20px !important;}”][vc_column][vc_column_text]
Kwartet
Om de discussie aan te zwengelen gaat Arkenbout op pad met een kwartet: vier vragen die ze plantmanagers en anderen in haar omgeving wil voorleggen. Voor Industrielinqs beantwoordt ze deze vragen ook zelf.
De eerste vraag is: Wat draag je bij aan de maatschappij? ‘Als ik kijk naar mijn fabriek dan maken wij chloor, waterstof en natronloog uit zout op een duurzame manier, bijna volledig groen. Klanten maken hiermee hoogwaardige kunststoffen die worden ingezet voor isolatie en windmolens, onderdelen van de energietransitie. Chloor wordt ook gebruikt voor drinkwater, desinfectie van voedingsfabrieken en een deel voor medicijnen. Zout is dus echt een onmisbare en strategische grondstof waar we niet zonder kunnen
De tweede vraag die Arkenbout zichzelf stelt is: Welke puzzelstukjes heb je of heb je nog nodig voor de energietransitie? ‘De stukjes die we al hebben, zijn we nog een beetje aan het ontdekken. We kennen elektrolyse, we hebben materiaalkennis en heel veel kennis van de elektriciteitsmarkt. Daarmee kunnen we de chemiebedrijven waar we aan leveren, helpen. En we produceren al groene waterstof.’
De derde vraag: Wat is het masterplan om een duurzaam bedrijf te worden? ‘Bij een elektrolysebedrijf zoals wij is het masterplan om het proces volledig elektrisch te maken. Daarvoor moeten wij nog een looginstallatie verbouwen naar elektrisch. Eigenlijk is onze leap forward niet zo groot. Veel moeilijker is de reststroom van onze klanten. Het is belangrijk om die te gaan hergebruiken. Nobian-breed is het masterplan om in 2040 volledig CO₂ neutraal te zijn met honderd procent hernieuwbare energie. Het elektrificeren van heel veel fabrieken maakt daarvan een belangrijk onderdeel uit.’
Tot slot de vierde vraag: Wat mis je nog om dit plan uit te voeren? ‘Bij mijn bedrijf vragen we ons af of we genoeg engineers hebben om stapjes te maken. We werken ook met externe partijen die de kennis hebben om onze processen te elektrificeren. Dat loopt wel goed. Wat betreft het grote plaatje, de gehele elektrificatie, daar hebben we de intentie om met de overheid één op één afspraken te maken. Tot 2040 kunnen we op eigen kracht de veranderingen doorvoeren, maar wij én de overheid willen graag sneller. Dat kunnen we ook wel, maar we kunnen het financiële risico niet lopen. Hierbij helpt de overheid.’[/vc_column_text][vc_empty_space][vc_row_inner][vc_column_inner width=”1/6″][/vc_column_inner][vc_column_inner width=”2/3″][vc_column_text]Anne Arkenbout:
‘Maar ook buiten onze hekken zou ik willen zeggen: Help elkaar een beetje off the record!’
[/vc_column_text][/vc_column_inner][vc_column_inner width=”1/6″][/vc_column_inner][/vc_row_inner][/vc_column][/vc_row][vc_row css=”.vc_custom_1457084948873{padding-top: 27px !important;}”][vc_column][vc_column_text]
Eerste heipaal
De vragen in het kwartet moeten bedrijven aanzetten om elkaar meer op te zoeken en samen te werken. Dit gebeurt volgens Arkenbout nu nog onvoldoende. ‘Het netwerk is er wel maar om nu te zeggen dat ze elkaar echt gaan helpen. Soms valt het tegen en dan denk ik: iedereen zit lekker op zijn lauweren te rusten terwijl 300 meter verderop een hartstikke nieuw bedrijf probeert voor het eerst in zijn leven een fabriek te bouwen.’
Zelf heeft Arkenbout een paar heel ervaren plantmanagers om zich heen die af en toe koffie komen drinken en haar vragen hoe het gaat ten aanzien van veiligheid en bedrijfsvoering. ‘Het is niet eenvoudig, dat begrijp ik. Als Chemie Park doen we dat vrij makkelijk en goed. De contacten zijn er, we lopen ook storingsdienst voor elkaar. Maar ook buiten onze hekken zou ik willen zeggen: Help elkaar een beetje off the record!’
Hoewel de oproep duidelijk is, geeft Arkenbout ruiterlijk toe dat ze zelf ook nog stappen kan zetten. ‘Ik vraag me af of ik het met mijn klanten wel eens heb gehad over hun verduurzamingsplannen en hoe we daarbij kunnen helpen. Daarom draag ik het kwartet in mijn binnenzak. Ik wil het daar gewoon over hebben met mijn klanten in plaats van alleen maar over leveringszekerheid. Maar ik wil ook praten met de partijen die net de eerste heipaal in de grond slaan. Gewoon vragen wat ze nodig hebben en hoe ze het gaan doen.’
[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row css=”.vc_custom_1457085618456{padding-top: 10px !important;padding-bottom: 5px !important;}”][vc_column width=”1/4″][/vc_column][vc_column width=”1/2″][vc_single_image image=”182407″ img_size=”large”][/vc_column][vc_column width=”1/4″][/vc_column][/vc_row][vc_row css=”.vc_custom_1455723775392{padding-top: 20px !important;}”][vc_column][vc_column_text]
Open en eerlijk
In alle complexe maatschappelijke problemen die op dit moment spelen, van CO2-reductie tot stikstofregels en het tegengaan van watervervuiling, zou de industrie die gewend is aan complexiteit een grotere rol kunnen spelen, denkt Arkenbout. ‘De clusters en de industrietafels zijn met goede dingen bezig. De kracht van de clusters is best groot. We zouden ten aanzien van een bepaald vraagstuk best met zijn allen een plan kunnen maken en uitvoeren. Op het Chemie Park speelt nu de reductie van afvalstromen richting het Wad. We moeten niet blijven wachten tot de overheid zegt dat er iets moet gebeuren. Je zou veel proactiever willen zijn als industrie, juist omdat het zo complex is. Ik verwacht niet dat de overheid een zodanige wetgeving kan maken dat het automatisch de juiste kant op gaat, alhoewel het systeem van CO2 beprijzen laat zien hoe het ook kan.’
Open staan voor andere partijen is de rode draad in de aanpak van Arkenbout. ‘Ik probeer zelf op een andere manier te communiceren met vergunningverleners door open en zo eerlijk mogelijk te vertellen waar we staan en wat we van plan zijn. Ik zou graag eens met ze willen praten om op basis van hun ervaring bij andere bedrijven te kijken wat er nog beter kan of wat we laten liggen. Ik vind dat soort gesprekken altijd erg waardevol en zou best willen dat we ook met toezichthouders en beleidsmakers die discussie open kunnen voeren.’[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”1/6″][vc_column_text][/vc_column_text][/vc_column][vc_column width=”2/3″][vc_column_text]Anne Arkenbout:
‘Stuur je kinderen naar een technische opleiding als je het klimaat wilt redden.’
[/vc_column_text][/vc_column][vc_column width=”1/6″][/vc_column][/vc_row][vc_row css=”.vc_custom_1457085587568{padding-top: 36px !important;}”][vc_column][vc_column_text]
Barbapappa
Om de boodschap van het belang van de procesindustrie naar buiten te brengen, zoekt Arkenbout de samenwerking met de VNCI. ‘Manon Bloemer, de nieuwe voorzitter van de VNCI, komt binnenkort bij ons langs om te kijken welke rol we daarin willen of kunnen spelen.’ Om de jeugd te interesseren voor de chemie denkt Arkenbout terug aan de ZoutExpress van AkzoNobel. In deze bus die langs scholen ging, konden allerlei experimenten worden gedaan. ‘Dat deed het heel goed. Je moet uitleggen wat er gebeurt in de chemie en dat de damp die uit de schoorsteen komt gewoon waterdamp is. Kinderen hebben fantastische vragen en zijn enthousiast, het zou mooi zijn als we dat kunnen aanzwengelen.’
Arkenbout wil jongeren een manier bieden om proactief met hun terechte zorgen over het klimaat aan de slag te gaan. ‘Hoe precies weet ik niet, maar geef ze een lichtpunt aan de horizon. Je kunt de verandering zelf in gang zetten. Niet alleen door je aan het asfalt vast te plakken maar door te kiezen voor een baan in de industrie waar je best veel ten goede kunt keren met je eigen rekenkracht of met je team.’ Voor vrienden en mensen uit haar omgeving die zich bezighouden met het klimaat, de een door geen vlees te eten de ander door te protesteren, heeft ze een duidelijk advies: ‘Stuur je kinderen naar een technische opleiding als je het klimaat wilt redden.’
Er zijn enorm veel mensen en dat heeft een enorme impact op de aarde. Arkenbout: ‘Het lukt ons niet om dat teniet te doen, maar ik denk wel dat de sleutel om dat te verminderen, of op een duurzame manier te continueren, in veel gevallen bij de industrie ligt. We moeten dit in het belang van de industrie duidelijker uitleggen anders komt er een oplossing uit zoals in een tekenfilmpje van Barbapappa. Je ziet zwarte rook uit de schoorsteen van een fabriek komen. Er wordt een gat gegraven en daar wordt de fabriek ingeschoven, zand erover en dan groeien er weer bloemetjes. Als dat het beeld is wat men heeft, we laten de industrie weggaan en dan komt het wel goed, dan zitten we straks in een soort derdewereldland.’[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]
Accenten verleggen
De oplossing is volgens Arkenbout niet om hier de industrie ten onder te laten gaan. ‘Die fabriek wordt gewoon in China of op een andere plek gebouwd. Als er dan onrust in de wereld is, heb je helemaal niets meer als land. Dat vind ik wel een zorg. Als we de maatschappij nu niet gaan informeren over het belang en ook niet proactief zijn om zelf het verschil te maken, zetten we onszelf buiten spel.’
Ze roept jongere medewerkers in de industrie op om af en toe de stoute schoenen aan te trekken en op hun strepen te gaan staan als het gaat om duurzaamheid. ‘Je ziet nu ook discussies binnen bedrijven om te belonen op basis van duurzaamheidsprestaties in plaats van productieniveaus. Dat kan enorm helpen. Daar zit een win-win. We gaan echt niet failliet van goede dingen voor het klimaat doen. Mensen investeren thuis ook in zonnepanelen en daarbij maken zij zich niet druk of ze die wel in drie jaar terugverdienen. We kunnen niet alle problemen in de wereld oplossen, maar als we de accenten verleggen, kunnen we wel enorme stappen vooruit maken en misschien nog wel met net zoveel winst. Met ETS voor CO2 heb je nu een financiële prikkel. Je zult zien dat zaken als het recyclen van reststromen, waterketens sluiten en energiebesparende maatregelen die nu nog niet direct uit kunnen, over een paar jaar financiële winst opleveren.’
Het komende jaar probeert Arkenbout de sleutel om impact te maken te ontdekken. Geen eenvoudige taak, maar ze houdt zich vast aan een uitspraak uit een veiligheidstraining van Seveso. ‘Als je voor jezelf de intentie helder hebt en je spreekt deze heel vaak hardop uit, dan gaan de neuzen langzaam dezelfde kant op.’ Arkenbout: ‘Daar moet ik maar mee beginnen en dan zien we wel wat er komt. Het kwartet helpt om de focus op de juiste vragen te leggen.’[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]Dit artikel is gepubliceerd in Petrochem 2023-03 (20/6/2023)[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]