De brand in 2017 in een fornuis van de ExxonMobil raffinaderij in Rotterdam is ontstaan doordat de installatie niet inherent veilig was. Dat blijkt uit onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid.

De brand vond op 21 augustus 2017 plaats in fornuis F1001 van de Powerformerfabriek. Voorafgaand ontstond een grote verstoring in die fabriek, die leidde tot het trippen van alle zes de fornuizen van de Powerformer. Bij het herstarten van fornuis F1001, was er geen vloeistofdoorstroming. Hierdoor raakte de fornuisspiraal oververhit en scheurde, waarbij vloeistof in de vuurhaard stroomde en ontstak.

Ontstaan brand

De brand kon volgens de Onderzoeksraad ontstaan doordat het ontwerp van de installatie niet inherent veilig was. De veiligheidskritische beveiliging die de integriteit van de installatie moest bewaken kon worden overbrugd. Hierdoor kon het fornuis worden opgestart zonder dat er sprake was van een voor de integriteit essentiële vloeistofstroming.

De Onderzoeksraad geeft in haar rapport aan dat ze van een Brzo-bedrijf verwacht dat de installaties van het bedrijf veilig zijn, dat het bedrijf te allen tijde volledig controle heeft over de installaties en zicht heeft op de benodigde handelingen die met deze installatie worden uitgevoerd.

Gevolgen

Door de brand zijn ongeveer 109,5 ton vloeistoffen vrijgekomen, voornamelijk tolueen en xylenen. Er zijn geen slachtoffers gevallen. De vloeistoffen zijn voor het grootste deel verbrand. Een klein deel is op de grond gekomen en afgevoerd met bluswater of opgeruimd na de brand.

De onvolledige verbranding van de vloeistoffen heeft geleid tot veel roetvorming. Dat is op het terrein van Esso neergekomen, maar ook in de gemeente Nissewaard. Om het roet te verwijderen van gebouwen, landbouwgronden en voertuigen zijn schoonmaakacties uitgevoerd. Met de landbouwsector is een compensatieregeling afgesproken.

Delen

De Onderzoeksraad raadt Esso Nederland en de hele (petro)chemische industrie aan om bij alle installaties te beoordelen of de aanwezige veiligheidsbarrières het oneigenlijk gebruik van bypass-schakelaars bij veiligheidskritische processen voorkomen. Daarnaast wil de Raad dat Esso de opgedane kennis naar aanleiding van het voorval deelt met andere fabrieken van ExxonMobil en de hele (petro)chemische industrie.