De import van waterstof in België is technisch en economisch haalbaar. Dat blijkt uit een haalbaarheidsstudie van de waterstofimportcoalitie, die uit industriële partijen en publieke stakeholders bestaat. Zij willen nu pilotprojecten opstarten voor de levering van duurzame energie aan de Belgische industrie door middel van groene moleculen uit landen waar wind en zon in overvloed beschikbaar zijn.
België wil tegen 2050 de CO2-uitstoot met tachtig procent verminderen. Dat lukt niet alleen met de wind- en zonne-energie die in het land beschikbaar is. Daarom is er hernieuwbare energie nodig uit andere landen. Waterstof is daarvoor een belangrijke energiedrager.
Noodzakelijk
In de studie is gekeken naar de financiële, technische en regelgevende aspecten van de volledige waterstofimportketen. Dat gaat van productie in het buitenland tot levering via schepen en pijpleidingen naar en de distributie ervan in België. De studie concludeert dat de import van groene waterstof noodzakelijk en haalbaar is. ‘Verschillende soorten van waterstof afgeleide dragers afkomstig uit diverse bevoorradingsregio’s zullen tegen 2030-2035 kostencompetitieve hernieuwbare energie en grondstof kunnen leveren’, aldus de waterstofcoalitie in een persbericht. ‘De meest veelbelovende groene energiedragers zijn ammoniak, methanol en synthetisch methaan. Deze kunnen worden ingezet via bestaande transportmodi – als pijpleidingen en vooral maritiem transport – en groeiende afzetmarkten, wat een snelle start stimuleert.’
Pilotprojecten
Nu de haalbaarheidsstudie is afgerond, willen de coalitiepartners (DEME, ENGIE, Exmar, Fluxys, Port of Antwerp, Port of Zeebrugge en WaterstofNet) analyseren hoe ze de Belgische zeehavens kunnen klaarmaken voor de ontvangst van de waterstofdragers van de toekomst. Ook worden voor de import pilotprojecten opgezet.