Shell begint volgende week aan een groot aardwarmteproject: Warmte van Leeuwarden. Daarbij gaat het bedrijf warm water oppompen uit een warmtebron, zo’n 2,7 kilometer onder het aardoppervlak, om er woningen en gebouwen mee te verwarmen. Het afgekoelde water gaat terug in de aarde om daar weer op te warmen.
Het project begint met een boring die moet uitwijzen of de warmtebron geschikt en bruikbaar is. Als dat zo is, kan de aanleg van een warmtenet beginnen. Het project gaat dan warmte leveren die gelijk staat aan de warmtevraag van zes- tot achtduizend woningen.
In potentie kan aardwarmte voorzien in ongeveer 26 procent van de totale warmtevraag van alle huizen en gebouwen, blijkt uit recent onderzoek naar aardwarmte van EBN. Vanaf 10 mei begint de aanleg van de boorlocatie. Dat neemt twee maanden in beslag. In de zomer volgt een eerste proefboring. Hieruit zal in september blijken of de ondergrond goed genoeg is om door te gaan met de aanleg van het warmtenet, de bouw van een warmtecentrale en het boren van een tweede put. Als alles volgens plan verloopt, begint de levering van warmte in 2023