Het Porthos-project mag doorgaan volgens een uitspraak van de Raad van State. De minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening hebben volgens de Raad van State op basis van objectieve gegevens aangetoond dat uitgesloten is dat het project acht omliggende Natura 2000-gebieden aantast.
Natuurorganisatie Mobilisation for the Environment (MOB) spande in november 2021 een zaak aan tegen het gebruik van de bouwvrijstelling door Porthos. In november 2022 oordeelde de Raad van State dat de bouwvrijstelling niet gebruikt mocht worden. Dat betekende dat de ministers voor het project een individuele beoordeling van de stikstofgevolgen moesten maken. Die was tijdens de procedure al gemaakt, maar de bezwaarmaker, de Coƶperatie Mobilisation for the Environment (MOB), had daarop nog niet kunnen reageren.
Volgens de Raad van State kunnen de stikstofgevolgen van het Porthos-project de toets der kritiek doorstaan. Het project leidt wel tot een tijdelijke en beperkte toename van de stikstofuitstoot op delen van de omliggende Natura 2000-gebieden, die varieert tussen 0,01 mol en 0,57 mol stikstof per hectare per jaar. Maar de ministers hebben op basis van objectieve gegevens aangetoond dat in dit geval is uitgesloten dat deze natuurgebieden daarvan āsignificante gevolgenā ondervinden. De beoordeling van de stikstofgevolgen is bovendien op basis van de juiste uitgangspunten en met āde vereiste diepgravendheidā verricht. Er is dus voldaan aan de eisen van het natuurbeschermingsrecht.
Porthos is belangrijk voor het realiseren van de Nederlandse klimaatdoelen voor 2030. De opslag van CO2 in lege gasvelden onder de Noordzee brengt de CO2-uitstoot terug met 2,5 Mton per jaar. De stikstofzaak heeft gezorgd voor vertraging van het project. Als de benodigde vergunningen onherroepelijk zijn en Porthos een Definitieve Investeringsbeslissing (FID) heeft genomen, start de bouw van de infrastructuur. Naar verwachting is Porthos operationeel vanaf 2026. Daarmee wordt Porthos het eerste grootschalige CO2-transport en -opslagproject in Nederland.
Reactie VNCI
In een reactie laat de VNCI weten dat de uitspraak de weg effent voor verdere CO2-opslag-projecten die een bijdrage leveren aan het behalen van de nationale klimaatdoelstellingen. Volgens Ā Martijn Broekhof, hoofd Klimaat, Energie, Innovatie en Duurzaamheid bij de VNCI, haalt Nederland zonder CO2-opslag in de Noordzee de klimaatdoelen in 2030 niet. āBroekhof geeft ook aan dat CCS geen eindoplossing is voor de chemische industrie maar āhet biedt extra tijd om voldoende snel nieuwe capaciteit op te bouwen voor wind- en zonenergie en de infrastructuur te verzwaren. Ook is er nog meer tijd nodig om technologieĆ«n, zoals groene waterstof en elektrisch kraken, verder te ontwikkelen en op te schalen.ā