De Alta Group heeft een chemisch proces ontwikkeld dat CO2 als grondstof gebruikt voor de productie van een hoge kwaliteit cyclische carbonaat. Dit kan worden toegepast als elektrolyt in lithium-ion batterijen. Ruim een jaar geleden kreeg het bedrijf een Europese subsidie van bijna twee miljoen euro. Met deze financiële injectie wilde het bedrijf beginnen met de bouw van een pilotfabriek op het Value Park naast Dow Terneuzen.

Bij de bekendmaking van het project vatte directeur Frank Vergunst de voordelen van het proces kernachtig samen. ‘We gebruiken CO2 als grondstof, besparen 80 procent aan energie in ons productieproces en hebben vrijwel geen restproducten.’ En die voordelen gelden nog steeds, maar tegenslag in de markt heeft ervoor gezorgd dat Alta nog niet is begonnen met de bouw van de fabriek.

Vergunst: ‘Door de oorlog in de Oekraïne dumpt Rusland goedkoop olie in China en India waar dus ook goedkoop chemicaliën van worden gemaakt. De Europese markt wordt ermee overladen. Een ervan is een zuster van het product dat wij zouden gaan maken in de pilotfabriek, maar dan dus heel goedkoop. Daardoor kwam de kostprijs van ons product boven de verkoopprijs uit.’

Kip-en-ei

Weg business case. Maar Vergunst is een optimistisch mens. ‘We hebben het afgelopen jaar niet stilgezeten. We hebben inmiddels weer een positieve business case en kunnen de stap zetten om de financiering daarvoor rond te krijgen. We gaan van ons product derivaten maken die we zelfs onder de huidige omstandigheden kunnen verwaarden. Het gaat om vier specialties waarmee we een bredere markt aanboren. Bovendien willen we verschillende marktsegmenten gaan bedienen met de typische zuiverheden die daarin nodig zijn.’

Daarnaast verwacht hij dat de financiering sneller rondkomt omdat de eerder beoogde pilotfabriek gedownsized is naar een container-unit. In plaats van een productiecapaciteit van 2,3 kiloton mikt Alta nu op 230 ton product per jaar. Daarmee wil het bedrijf de kip-en-ei-situatie waarin het nu zit doorbreken. ‘Voor de bouw van een pilotfabriek vragen financiers om offtake agreements. Maar voordat toekomstige klanten een afnamecontract tekenen, willen ze wel een sample van het product uit je fabriek hebben. Dus nu gaan we met de container-unit, die kleiner en dus goedkoper is, vier specialties maken. Op die manier kunnen we sneller de benodigde samples produceren om potentiële klanten te binden.’

De technologie die Alta in de containter-unit gaat gebruiken, is overigens exact hetzelfde als die waar het bedrijf op had ingezet in de oorspronkelijke pilotfabriek. ‘Het gaat dus voorbij labschaal, want we produceren de samples straks in metaal en met dezelfde soort apparatuur als in de pilotfabriek.’

Selectief

Na de tussenstap met de container-unit wil Alta weer opschalen naar een pilotfabriek van 2,3 kiloton en vervolgens een demofabriek van 23 kiloton om uiteindelijk een fabriek op commerciële schaal te bouwen met een capaciteit van 100 kiloton. ‘Kleinschalig is onze economy of scale niet zo gunstig, maar als we gaan opschalen, vanaf de 23 kiloton demofabriek, is onze prijs wel weer competitief met de Aziatische markt. Dat komt doordat onze technologie in allerlei opzichten veel beter is dan die in Azië wordt gebruikt.’

Allereerst claimt Alta tachtig procent minder energie in het proces nodig te hebben. Dat is deels het resultaat van de benodigde druk en temperatuur. ‘Ons proces werkt met atmosferische druk en gemiddelde temperatuur terwijl het traditionele proces werkt met drukken van vijftig tot honderd bar en hogere temperatuur. Daarmee besparen we veel energie.’

Dit is mogelijk dankzij de katalysator die Alta heeft ontwikkeld. En deze katalysator is bovendien heel selectief. De katalysator – die gepatenteerd is – in combinatie met een slim ontworpen proces maakt dat de technologie kan concurreren op de wereldmarkt. ‘We produceren geen bijproducten, alleen een heel zuivere stof. We hebben dus weinig zuiveringsstappen nodig, zodat we ook op dat vlak veel energie besparen. Bijkomend voordeel is dat het ontbreken van allerlei zuiveringsstappen het systeem eigenlijk heel simpel maakt. En bovendien is de katalysator zo selectief dat we niet per se met schone CO2 hoeven te werken. We kunnen prima de CO2 in industriële rookgassen verwerken.’

Investeringsbeslissing

Naast het omgooien van de business case heeft Alta het afgelopen jaar tijd gestoken in het productieproces van de katalysator, waarvoor overigens geen zeldzame aardmetalen nodig zijn. ‘We hebben de synthese van de katalysator geoptimaliseerd, waardoor deze nog goedkoper is geworden, nog minder grondstoffen nodig heeft en er minder afval bij de productie ervan ontstaat. We kunnen hem nu maken in de hoeveelheden die we nodig hebben in de volgende fabrieken.’

Hieruit blijkt dat Vergunst vertrouwen heeft in de toekomst, al houdt hij het bij het schetsen van die toekomst wel bij de wat kortere termijn. ‘We willen aan het eind van het jaar een investeringsbeslissing nemen voor de container-unit. En ja, als die eenmaal is genomen, hebben we drie tot vier kwartalen nodig om hem te bouwen. Vervolgens gaan we testen, samples maken, klanten zoeken. Er zullen goedkeuringsprocedures volgen die misschien ook wel een half jaar duren. En dan pas kunnen we de financiering voor onze volgende fabriek rondbreien. Al die stappen kosten tijd.’

Tien megaton CO2

Bij een positieve investeringsbeslissing komt de container-unit te staan op het Value Park van Dow Terneuzen en North Sea Port. Dow levert de epoxiden die naast CO2 de grondstof vormen voor het productieproces. ‘We hebben een erfpachtovereenkomst getekend, en voor de toekomst hebben we een optie op 5,7 hectare op het Value Park.’ Ook de energie-aansluiting voor de unit is geregeld. ‘Vorig jaar hebben we een aansluiting aangevraagd bij Stedin. Toen iets later bekend werd dat de capaciteitsgrenzen in de provincie Zeeland waren bereikt, hebben we meteen de aanbieding getekend. Bedrijven die nu aankloppen, zijn gewoon te laat. Door de netcongestie hebben die geen elektriciteit.’

Wat klanten betreft houdt Alta het voorlopig bij de batterijen- en elektronicamarkt. ‘De producenten in deze markten hebben hoge zuiverheden nodig. Omdat wij die met onze selectieve katalysator kunnen leveren, is dat dus een gemakkelijke keuze.’ Het bedrijf voert al verregaande gesprekken met potentiële klanten.

Maar, en dat wil Vergunst benadrukken, de technologie zoals die nu is uitgewerkt, is pas een eerste stap. ‘We hebben ook nog andere technologie om verder te ontwikkelen. Ons doel is om tien megaton CO2 per jaar om te zetten naar chemicaliën. Dat is 23 procent van de CO2-emissies in de Nederlandse industrie.’

De Europese procesindustrie en energiesector staan ​​op een cruciaal kruispunt. Hoge prijzen voor energie en grondstoffen vormen een uitdaging voor een toekomstbestendige industrie. Hoe zal Noordwest-Europa deze puzzel in elkaar zetten? En welke licentie zal de industrie hebben om te veranderen? Daarover gaat de European Industry & Energy Summit op 10 december in Rotterdam.

(Industrielinqs 5 – 2024)