Werken in de chemische sector is essentieel om van binnenuit de sector te hervormen, vindt Guliz Talay (39), Plant Manager of the Year 2024. ‘Ik ben niet alleen engineer, maar sta ook voor een duurzame toekomst. Dat vinden mensen soms opvallend voor iemand in mijn positie, maar juist als site leader bij Dow in Delfzijl kan ik impact maken.’
Talay is een van de jongste plantmanagers in Nederland en bovendien millennial. ‘Mijn generatie is anders opgegroeid. Wij zijn ons veel meer bewust van wat we consumeren en produceren. Gelukkig voelt de oudere generatie ook dat we als sector medeverantwoordelijk zijn voor onze footprint. Als chemische sector zijn we een grote aanjager geweest van de huidige welvarendheid. De volgende stap is dat we ons werk nog duurzamer en circulair uitvoeren. Dat is niet alleen onze verantwoordelijkheid als producent, maar ook die van de consument die zelf bepaalde keuzes maakt. Dat verhaal vertellen, is onderdeel van mijn leven als voorvechter van het milieu. Wij als chemische industrie kunnen het niet alleen.’
Importheffingen
Volgens Talay moeten we niet alleen kijken naar het verduurzamen van de fabrieken in de Europese Unie, maar ook productielanden buiten Europa meenemen. ‘De grenzen dichtgooien of hoge importheffingen invoeren voor producten van buiten de EU is niet de manier om de wereld beter te maken. Het gaat om samenwerken en het delen van techniek en kennis, we hebben immers maar één aarde. Ook al zou je de eigen productiemarkt in Europa verduurzamen én beschermen, dat heeft te weinig impact als de rest van de wereld niet vergroent.’
In Europa wordt van de chemische industrie soms verwacht dat de transitie naar een duurzame productie al binnen een paar jaar voltooid is; ook al is dat vaak niet technisch of economisch haalbaar. ‘Het probleem is dat een industrie die nu al niet zowel duurzaam als winstgevend kan opereren, vertrekt naar landen waar de eisen minder streng zijn. En dat is risicovol voor planeet aarde, want in Europa produceren we met hoogstaande technieken en zijn we daadwerkelijk aan het vergroenen. Als je de productie naar ontwikkelingslanden verplaatst, maak je het probleem zelfs groter.’
Zinloos
Of de chemicus weleens het gevoel heeft dat ze in haar sociale leven de chemische sector, waar zij zelf onderdeel van uitmaakt, moet verdedigen? ‘Veel vrienden van me hebben ook een technische achtergrond en zij snappen wat er nodig is in ons werk en waarom wij belangrijk zijn. Helaas heeft niet iedereen die kennis, sommige mensen denken anders. Stoppen met de chemische industrie is zinloos, want de maatschappij heeft onze producten en technologieën nodig. Mensen beseffen soms niet hoe belangrijk de chemische industrie is. Ik heb daarom niet het gevoel dat ik me moet verdedigen, vooral dat ik hen moet helpen dat te begrijpen. Iedereen wil immers – het liefst elektrisch – auto rijden, een smartphone gebruiken of op een matras liggen. Ze zien niet het complete plaatje; ik help ze te realiseren dat die producten niet kunnen bestaan zonder fabrieken als de onze.’
‘Daarbij moeten we wel onze productie op ethische wijze uitvoeren. Het moet dus duurzamer en uiteindelijk ook circulair zijn. Dus ik zeg tegen iedereen die staat voor een groene wereld: kom alsjeblieft in de chemische industrie werken in plaats van er alleen over te praten. Dan kun je tenminste impact maken. Ik houd van de natuur en ben als engineer altijd aan het nadenken hoe we ons proces kunnen verbeteren. Soms spreek ik met vrienden die bij chemische fabrieken alleen de schoorsteen zien waar witte rook uit komt en denken dat het dan vervuilend is. Dat is echter onzin; wat je ziet is gewoon stoom.’
Productielocatie
Dow Delfzijl is de grootste Isocyanaat productielocatie van Dow wereldwijd. Met de drie destillatietorens wordt Methyleen Difenyl di-Isocyanaat (MDI), een belangrijke basisgrondstof voor polyurethaan, gescheiden om verder verwerkt te worden als basisgrondstof voor de polyurethaanindustrie. De producten worden gebruikt als basis voor schuim, elastomeren, lijmen en coatings. Toepassingsgebieden zijn overal terug te vinden, zoals in dashboards van auto’s, matrassen, sportschoenen, vloeren van sporthallen, tuinstoelen en verschillende isolatiematerialen.
De fabriek in Noord-Nederland is bovendien de enige isocyanaat-productielocatie van Dow in Europa. Talay is daarom niet zo bang voor offshoring. ‘Zolang er afnemers in Europa zijn, zal onze fabriek niet snel worden verplaatst vanwege de korte houdbaarheid van het product. We zijn wel altijd bezig om te kijken hoe we onze footprint kunnen verminderen. Zo gebruiken we sinds drie jaar geleden 100% groene stroom, dat scheelt behoorlijk wat CO2-uitstoot. Daarmee dragen we een steentje bij. Want als de vraag naar groene stroom toeneemt, moet ook de energiesector meebewegen en hun productie verder verduurzamen.’
Haalbaarheid
Op dit moment is Talay met verschillende verduurzamingsprojecten bezig de haalbaarheid te onderzoeken. ‘We hebben hier drie fornuizen die draaien op aardgas en olie. Twee daarvan zijn aan het einde van hun economische levensduur, die moeten worden vervangen. In plaats van opnieuw voor aardgas te kiezen, zouden we ze graag op groene elektriciteit laten draaien. Voor krakers is dat nog best lastig vanwege de extreem hoge benodigde temperaturen. Hier draaien we op zo’n 300 graden Celsius, dus het is technisch mogelijk. Probleem is alleen dat de elektriciteitsprijzen in Nederland erg hoog zijn, dus draaien op aardgas is helaas veel goedkoper dan op elektriciteit. De businesscase is op dit moment niet rond te rekenen. Verder hebben we ook een zwaardere stroomaansluiting nodig, dat kan nog wel even duren. We willen graag elektrificeren, dat is laaghangend fruit in de verduurzaming. Helaas is dat vanwege die beperkingen niet zo eenvoudig, al moeten we wel een beslissing nemen.’
Talay is opgegroeid in Turkije en woont inmiddels zestien jaar in Nederland. Ze heeft cum laude haar master Chemical Process Technology behaald op de TU Delft en werkt inmiddels bijna vijftien jaar bij Dow. Vóór Delfzijl heeft ze lang bij de vestiging in Terneuzen gewerkt. Daar is in de omgeving wel eens kritiek op bijvoorbeeld het fakkelen omdat dat erg milieuvervuilend zou zijn. ‘Fakkelen is een veiligheidsmaatregel om ervoor te zorgen dat gassen op veilige en milieuverantwoorde wijze worden verbrand als de systemen worden stilgelegd of opgestart.’
Veiligheid
Veiligheid staat overigens altijd bovenaan het prioriteitenlijstje van Talay. ‘Ik ben als plantmanager verantwoordelijk voor drie zaken: de veiligheid van de medewerkers, het beschermen van onze planeet en de toegevoegde waarde die wij creëren voor de maatschappij. Maar het allerbelangrijkste is dat aan het einde van de dag iedereen weer veilig en gezond naar huis kan.’
Daarom voelt ze zich thuis bij Dow. De Amerikaanse multinational staat erom bekend dat ze erg streng is in de operatie als het gaat om veiligheid van personeel. ‘We hebben veel eigen regels die strenger zijn dan wat wettelijk vereist is. Als er toch een incident gebeurt, proberen we daar direct van te leren. We onderzoeken de oorzaak, bekijken wat we de volgende keer beter kunnen doen en documenteren dit.’
‘Zo’n analyse bestaat uit drie lagen: de eerste is de medewerker zelf, de tweede laag is het systeem, de derde is management. Het is een soort Zwitserse kaas. Bij een incident moeten we naar alle drie de lagen kijken. Want ook al ligt de oorzaak bij menselijk handelen, het kan zijn dat het trainingsprogramma niet voldoende was of dat de procedures nog verder moeten worden aangescherpt. Als je het afdoet als ‘menselijke fout’, los je een potentieel probleem niet op. De omstandigheden waaronder de fout is gemaakt, blijven dan namelijk gelijk. De mogelijke tekortkomingen in de andere twee lagen zijn er waarschijnlijk nog. Een incident gebeurt meestal alleen als er in meerdere lagen een gat zit. Om al die lagen te begrijpen, stellen we heel vaak de vraag: ‘Waarom?’
Lesson learned
Of ze zo’n ‘lesson learned’ kan noemen uit haar tijd bij Dow? ‘Vroeger ging er altijd een persoon de tank in bij een inspectie. Je verricht weliswaar van tevoren metingen om te controleren of er geen chemische dampen zijn achtergebleven en zorgt dat een mangatwacht standby staat, toch waren zulke inspecties ondanks alle vergunningsprocedures en beschermingslagen niet zonder risico. Nu doen we die inspecties per camera, zodat er geen persoon daadwerkelijk de tank in hoeft. We kijken bij Dow altijd of er echt een persoon iets moet doen op een plek met een verhoogd risico of dat er wellicht een andere manier is. Zo gebruiken we in Terneuzen tegenwoordig drones voor de fakkelcontrole.’
Hoewel de einddoelen vaak hetzelfde zijn, heeft iedere plantmanager toch zijn eigen aanpak. ‘Voor mij is de basis veiligheid, inclusiviteit en continu verbeteren. Toen ik hier begon, heb ik met name het werkproces verder verbeterd. Ik kwam uit Terneuzen, die fabriek is veel groter en had dus veel processen en systemen. Je ziet soms dat op kleinere locaties zoals deze de middelen en rollen anders gedeeld zijn. Maar wanneer je rollen te veel verdeelt over mensen, weet je niet meer wie waarvoor verantwoordelijk is en is er geen eigenaarschap meer. Als iedereen verantwoordelijk is, is niemand meer verantwoordelijk.’
Rollenmatrix
Daarom heeft Talay direct na haar benoeming als site leader een vernieuwde rollenmatrix opgesteld, zodat duidelijk is wie primair ergens voor verantwoordelijk is en wie de rol van back-up heeft. ‘In het begin hadden we daardoor veel overleg om alle rollen helder te krijgen. Nu zie je dat duidelijkheid daarover het proces en eigenaarschap enorm heeft verbeterd. Een site leader moet dus niet alleen technisch begaafd zijn, maar ook een organisatie kunnen verbeteren. In de wetenschap kun je misschien wel een vergelijking schrijven die altijd dezelfde uitkomst geeft. Maar iedereen is anders en heeft een andere benadering nodig. Naast mijn werk bij Dow geef ik yogales, met veel nadruk op mindfulness en meditatie. Ik denk altijd na over waarom een persoon zich op een bepaalde manier gedraagt. Iedereen heeft zijn eigen verhaal en patronen; een goede leider kan die herkennen en mensen helpen om zich te verbeteren.’
Zoals een moderne leider betaamt, let Talay daarbij goed op inclusiviteit. ‘We leven in een wereld en in een industrie die is gemaakt door mannen. Daar is niets mis mee, het verleden kunnen we niet veranderen. Maar je ziet dat onze organisaties vooral geschikt zijn gemaakt voor mannelijke logisch denkende geesten. Om succesvol te zijn in een organisatie en je talenten te kunnen ontwikkelen, moet je je thuis voelen en psychologisch veilig zijn. Als je niet wordt aangespoord om jezelf te zijn en wordt gestuurd richting het patroon van je voorganger, kun je nooit creatief en innovatief zijn. Je wordt beperkt door wat er van je wordt verwacht in plaats van dat je de beste versie van jezelf kunt zijn.’
Mannelijke manier
‘Mijn collega’s hier in Delfzijl hadden in het begin moeite met mijn manier van communiceren. Ze waren gewend aan een directe ‘mannelijke’ manier. Ik vind vertrouwen belangrijker, want dan gaan mensen vanzelf je ideeën volgen en uitvoeren. Er is een gezegde: ‘Ik ben niet hier om jou wat te leren, ik ben hier om van jou te houden.’ Het gaat er dus niet om dat ik de baas ben en je daarom naar mij moet luisteren, maar dat wat ik zeg zinnig is en dat mensen zich gerespecteerd en gewaardeerd voelen en daarom hun steentje willen bijdragen. Je ziet in onze sector dat ‘people’ en ‘planet’ nog belangrijker worden, dat ook de managers veranderen. We hebben nu behoefte aan leiders die daar goed bij passen.’
Net als vele andere sectoren, is het aandeel vrouwen in de chemische industrie nog altijd zeer miniem. Talay ziet het als haar taak om daar verandering in aan te brengen. ‘Toen ik hier als jonge Turkse vrouw voor het eerst in de controlekamer kwam, waren alle mensen Nederlands en mannelijk. Dat vond ik vrij intimiderend, ik sprak toen nog niet eens de taal. Nu hebben we ruim twaalf procent vrouwen in de workforce en veel is geïnternationaliseerd. De mentaliteit is anders, mensen zijn meer open en inclusief. Nu heb ik het gevoel dat ik mezelf kan zijn. Het gaat niet alleen om geslacht, maar om mentaliteit, hoe we er voor elkaar zijn.’
Toch is er nog wel een lange weg te gaan, beseft de site leader. ‘Ik heb mijn master gedaan aan de TU Delft. We hadden dertig mensen in onze klas, daarvan waren er slechts drie vrouw. En slechts eentje daarvan was Nederlands. Bijzonder is dat de mannelijke studenten haar aanspoorden om lerares te worden in plaats van in de industrie te gaan werken. Dat vind ik een voorbeeld van hoe onze maatschappij werkt en hoe een glazen plafond ontstaat. Daarom vind ik het belangrijk dat ik Plant Manager of the Year 2024 ben geworden. Ik wil laten zien dat ik als jonge vrouw succesvol ben om daarmee andere jonge vrouwen te inspireren. Er is nu nog een grote kloof tussen mannen en vrouwen in hoe hoog je durft te dromen. Hoe meer vrouwelijke rolmodellen de top bereiken, hoe kleiner de kloof wordt.’
Onderhoudsstop
Als we Talay spreken, heeft Dow Delfzijl net een drie weken durende geplande onderhoudsstop achter de rug. ‘We hebben een paar dagen geleden de fabriek opnieuw opgestart zonder noemenswaardige incidenten. Ook bij deze onderhoudsstops kijken we achteraf welke lessen we eruit kunnen trekken. Zo maken we volgende keer de veiligheidsvergunningen voor de onderhoudsmensen die komen werken een dag van tevoren in plaats van op de dag zelf. Dat bespaart dan een hoop tijd in de ochtend, zodat we eerder aan de slag kunnen.’
Naast veiligheid en duurzaamheid, moet de chemische sector volgens Talay respect blijven hebben voor haar ‘license to operate’. ‘Dat betekent voor mij ethisch werken met respect voor de natuur, maatschappij en mensen. Ook al zou je als fabriek misschien een economisch voordeel kunnen behalen door bijvoorbeeld een uitstootlimiet stiekem heel even te overschrijden, dat mag nooit gebeuren. We moeten als chemische industrie goed letten op de grenzen die de maatschappij met ons heeft afgesproken.’
Eemsdeltavisie24
Guliz Talay is één van de sprekers tijdens het evenement Eemsdeltavisie24 op 19 september in Delfzijl. Zij zal ingaan op de vraag: hoe overbruggen we de kloof tussen chemische sector en de samenleving? Bekijk hier het programma.