Netbeheerder TenneT zoekt samenwerking met windpark- en olie en gasoperators voor de aanleg en het onderhoud van grote offshoreprojecten. Tegen 2031 verwacht TenneT ruim 21 GW aan windenergie op zee aangesloten te hebben met in totaal 17 stopcontacten, die allemaal regelmatig onderhoud nodig hebben. Materialen, personeel, installaties en schepen voor onderhoud & beheer zijn schaars. Wanneer partijen gezamenlijk optrekken en deze middelen gaan delen kunnen ze efficiënter worden benut.
TenneT neemt daarom het initiatief om in een nieuw model beheer- en onderhoudsdiensten van de offshore infrastructuur gezamenlijk onder te brengen. De komende periode gaat de hoogspanningsnetbeheerder in gesprek met onder anderen windpark- en olie & gas operators om de interesse in een samenwerkingsmodel te peilen. De samenwerking moet leiden tot meer efficiëntie, duurzaamheid en veiligheid op zee.
Olie- & gasoperators hebben elkaar al deels gevonden in samenwerkingsvormen. Veel windparkexploitanten regelen dit nog zelf, of kopen deze diensten apart in. De middelen worden steeds schaarser en schepen kunnen niet altijd efficiënt worden benut. Hierdoor ontstaan soms lange wachttijden voor onderhoud.
TenneT verwacht meer efficiëntie te kunnen bereiken door middel van het delen van bijvoorbeeld de inzet van schepen, personeel en materialen. Dit kan geld besparen door bijvoorbeeld diensten gezamenlijk op grotere schaal te organiseren. Daarnaast kan dit zorgen voor een duurzamere wijze van organiseren van werkzaamheden met minder impact op het milieu en een verhoging van de veiligheid op zee, door met minder scheepsbewegingen hetzelfde werk te kunnen uitvoeren.
Informatiebijeenkomst
Hiensch: “Het plan ‘Sharing of Offshore O&M Services’ pakken we aan in twee fases. Eerst laten we relevante partijen zien wat we van plan zijn en peilen we wie wil meedoen. Op 23 april organiseert TenneT hiervoor een informatiebijeenkomst om met geïnteresseerde partijen in gesprek te gaan. Als er genoeg interesse is, bespreken we in de tweede fase waar in geval van samenwerking de meeste kansen liggen en hoe de praktische, financiële en juridische kanten eruit zien om het plan uit te voeren.”