In een brief aan de Tweede Kamer maakte minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat bekendgemaakt dat de Hemweg-8 centrale eind 2019 moet stoppen met het gebruik van kolen als brandstof voor elektriciteitsproductie. Hiermee wordt deels invulling gegeven aan het Urgenda-doel van 25 procent CO2-reductie in 2020. Deze aanpassing van het wetsvoorstel op het verbod van kolen voor elektriciteitsproductie zorgt ervoor dat de Hemwegcentrale vijf jaar eerder uit bedrijf gaat en heeft grote gevolgen voor Nuon/Vattenfall en haar medewerkers.
Volgens de aanpassing van het wetvoorstel op het verbod van kolen voor elektriciteitsproductie dient de Hemweg-8 centrale eind 2019 uit bedrijf te gaan, zonder de eerder aangekondigde overgangsperiode van vijf jaar. In het eerdere wetsvoorstel was wel sprake van een overgangsperiode tot 2025, om tot een zorgvuldige sluiting te kunnen komen. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat stelt met dit gewijzigde wetsvoorstel een zware maatregel voor, op heel korte termijn.
Investeringen
In mei 2018 heeft minister Wiebes zijn wetsvoorstel voor het verbod op kolen als brandstof voor elektriciteitsproductie gepresenteerd. Hierin kreeg Nuon tot eind 2024 de tijd, voordat de Hemweg-centrale haar deuren zou moeten sluiten. Nuon heeft dat wetsvoorstel indertijd gerespecteerd en zich daarop ingesteld. Afgelopen jaar heeft het bedrijf nog aanvullende investeringen moeten doen om de centrale tot sluiting eind 2024 veilig te kunnen laten draaien.
Uitbedrijfname
Alexander van Ofwegen, directeur Productie en verantwoordelijk voor de Hemweg-8 centrale, reageert op het wetsvoorstel. āVanaf het begin van de kolenuitfaseringsdiscussie eind 2015 hebben wij ons constructief opgesteld en zijn we bereid geweest het gesprek aan te gaan over een mogelijke vervroegde sluiting van de Hemweg-centrale, zolang daar een faire compensatie tegenover zou staan. Het nieuwe besluit van het kabinet om de centrale eind dit jaar al uit bedrijf te nemen, heeft verstrekkende gevolgen voor ons als bedrijf, maar met name voor onze medewerkers. Zij hadden zich ingesteld op nog vijf jaar zekerheid van werk en inkomen. Het kabinet heeft hier vertrouwen gewekt, maar komt daar nu op terug.
Het kabinet stelt echter ook dat, door het ontbreken van een vijfjarige overgangsperiode, er wel sprake dient te zijn van nadeelcompensatie. We moeten ten minste een halfjaar van tevoren beginnen met de voorbereidingen voor de uitbedrijfname van de centrale, vanwege bijvoorbeeld het tijdig stopzetten van brandstofcontracten. Onze mensen, die met veel inzet werken op deze centrale, verdienen goede begeleiding naar nieuw werk. We nemen de tijd om samen met de ondernemingsraad en de mensen zelf voor iedereen een nieuw baanperspectief te ontwikkelen. Wij zullen er alles aan doen om dit te bewerkstelligen.ā