Het economisch bureau van ABN-Amro voorspelt een krimpende industriële productie in 2020. In 2019 was de industrie al met één procent gekrompen. In 2020 voeren handelsspanningen, maar ook de stikstof- en PFAS-crisis de druk op. De economen van ABN-Amro verwachten dat de industrie 1,5 procent zal krimpen.
Wereldwijde handelsspanningen en een kwakkelende Duitse auto-industrie zorgde voor een enigszins teleurstellend 2019 voor de Nederlandse industrie. Het gevolg was een krimp van de industriële productie met één procent. De wereldwijde productiedaling eist nog steeds zijn tol. Ook het negatieve sentiment onder ondernemers zal volgens ABN AMRO in 2020 effect blijven hebben op de Nederlandse industrie.
Industriële productie
ABN-Amro verwacht dat de industrie ook in het komende jaar met 1,5 procent zal krimpen. Zo is duidelijk sprake van minder bedrijvigheid en neemt het aantal exportorders af. In 2020 zal vooral de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China doorslaggevend zijn voor een mogelijk herstel van de productie. ABN AMRO verwacht dat de handelsspanningen dit jaar afnemen, waarna de Nederlandse industriële productie licht kan aantrekken.
Stikstof en PFAS
Ook de stikstof- en PFAS-problematiek drukt op de industriële sector. Zo staat de metaalbewerking volgens ABN AMRO een moeilijk jaar te wachten. De stikstof- en PFAS-problematiek is nadelig voor bouwprojecten, wat resulteert in een daling van de vraag naar metaalproducten.
De stikstof- en PFAS-problematiek zorgt ook voor een dalende vraag naar bouwmachines en bouwmaterieel, zoals hijs- en hefwerktuigen. Deze daalt in het komende jaar ook met twee procent. De elektrotechniek, waarvan de bouw een belangrijke eindmarkt is, wordt ook getroffen door de ontwikkelingen. In 2020 bevindt dit segment zich nog steeds in moeilijk vaarwater en krimpt naar verwachting ook met twee procent.