Groene waterstof gaat zorgen voor werkgelegenheid in Nederland. Dat blijkt uit onderzoek van de onafhankelijke denktank CE Delft.
De arbeidsvraag ligt volgens CE Delft in 2030 tussen de 6.000 en 17.300 fte en in 2050 tussen de 16.400 en 92.400 fte. Het gaat om banen die ontstaan door een eenmalige vraag naar arbeid vanwege bouw en aanleg, maar ook om banen door onderhoud en exploitatie.
CE Delft heeft per sector, voor een laag en hoog scenario onderzocht wat de potentiƫle arbeidsvraag is gerelateerd aan groene waterstof. Het lage en hoge scenario zijn beide klimaatneutraal, maar zijn anders opgebouwd. Het lage scenario heeft zowel minimale toepassing als minimale (Nederlandse) productie van groene waterstof. Het hoge scenario heeft zowel maximale toepassing als maximale eigen productie.
Tekort technisch personeel
In vrijwel alle sectoren die in het rapport zijn genoemd bestaat de arbeidsvraag voor een groot gedeelte uit technisch geschoold personeel (mbo-techniek). Volgens de onderzoekers toont een studie (Ecorys, 2021) dat er in de energietransitie in 2030 een tekort zal zijn aan 23.000 tot 28.000 werknemers. Maar terwijl het tekort oploopt, daalt het aanbod van mensen met technische kwalificaties juist sterk. āAls Nederland de ambities op klimaatgebied wil waarmaken, dient er geĆÆnvesteerd te worden in het technisch lager beroepsonderwijs. Hiernaast kan bij- en omscholing bijdragen om de arbeidsvraag en het aanbod op elkaar aan laten sluitenā, aldus CE Delft in zijn rapport.
In 2018 heeft CE Delft een onderzoek uitgevoerd naar werkgelegenheidseffecten door groene waterstof. Het huidige rapport is een uitbreiding en update van dat onderzoek en is op verzoek van Shell uitgevoerd.