De export van groene waterstof van IJsland naar Rotterdam is technisch haalbaar en financieel aantrekkelijk. Dat blijkt uit een haalbaarheidsonderzoek dat Landsvirkjun, het nationale energiebedrijf van IJsland, en Havenbedrijf Rotterdam hebben gedaan.
De twee bedrijven hebben samengewerkt om de belangrijkste componenten van de waardeketen van opwekking van groene stroom en productie van waterstof in IJsland en van verscheping van de waterstof naar de haven van Rotterdam in kaart te brengen. Er zijn mogelijke dragers voor waterstof met elkaar vergeleken op basis van energiedichtheid, kosten, vraag en andere aspecten.
Concurrerende prijs
Uit het onderzoek blijkt dat het eerste project van deze aard in de tweede helft van dit decennium kan worden gerealiseerd en goed is voor 2 tot 4 TWh (elektrolyse-capaciteit van 200 tot 500 MW). Deze eerste stappen kunnen tot 1 miljoen ton CO2 reductie per jaar opleveren. Door opschaling kan de CO2-reductie op langere termijn een veelvoud daarvan zijn. De benodigde energie kan met een combinatie van hernieuwbare bronnen worden gegenereerd, waaronder waterkracht, geothermie en windenergie. De beschikbaarheid van diverse bronnen van duurzame energie is een groot voordeel voor IJsland en leidt tot een concurrerende prijs voor IJslandse waterstof op de Europese markt. De waterstof zou worden geproduceerd door middel van elektrolyse en vervolgens vloeibaar worden gemaakt of in een energiedrager worden omgezet voor vervoer naar Rotterdam, waar deze in de haven of in het achterland weer wordt omgezet naar waterstof.
Landsvirkjun en Havenbedrijf Rotterdam verwachten in de tweede helft van 2022 met meer informatie te kunnen komen.
Afbeelding: Een van de grootste waterkrachtcentrales van IJsland: Hrauneyjafoss.