[vc_row][vc_column][vc_column_text]
De eerste uitdaging van Anne Arkenbout als operations manager was het ontvlechten van het productieteam van de chloorfabriek van Nobian en dat van de MCA-fabriek van Nouryon in Delfzijl. Komend jaar kan ze zich met het team meer richten op innovatieve verduurzamingsprojecten. ‘En daar heb je de juiste mensen voor nodig. Dat is misschien wel de grootste uitdaging.’
Wim Raaijen[/vc_column_text][vc_empty_space][vc_column_text]Wie de toekomst van de chemische industrie wil verkennen, zou eens een kijkje kunnen nemen bij Nobian op het Chemie Park Delfzijl. En met name bij het Membraan Elektrolyse Bedrijf (MEB). In een grote hal met elektrolyzers produceert het chemiebedrijf chloor, natronloog en waterstof uit pekel. Power-to-X is dus niet alleen toekomstmuziek, het gebeurt al in de chloorproductie.
Bovendien kan Nobian met haar chloorfabrieken in Rotterdam en Delfzijl ook claimen dat het momenteel een grote producent van groene waterstof in Nederland is. Voorheen was waterstof slechts een bijproduct van de chloorproductie, maar het is inmiddels een zeer gewilde chemische bouwsteen en energiedrager. En helemaal nu de Nederlandse fabrieken van Nobian op duurzaam opgewekte stroom draaien, waardoor de geproduceerde waterstof met recht het predicaat groen mag dragen.[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_empty_space][vc_column_text]
Goed ingespeelde vrienden
Aan het roer van de chloorfabriek in Delfzijl staat Anne Arkenbout. In 2021 begon ze bij de fabriek als productiemanager en sinds vorig jaar stuurt ze de hele plant aan. Een uitdagende periode, niet alleen vanwege Covid. De teams van de monochloorazijnzuur-fabriek (MCA) en MEB op de site waren net samengevoegd en geïntegreerd toen het nieuwe bedrijf Nobian zich afsplitste van Nouryon. MCA bleef bij Nouryon en MEB werd Nobian. ‘We moesten de teams weer ontvlechten’, vertelt Arkenbout. ‘We hadden daardoor ook meer mensen nodig. We konden immers minder profiteren van synergievoordelen, die juist het doel vormden van de samenvoeging. De bemensing was echt een grote uitdaging en het moest ook nog eens in korte tijd gebeuren. Echt een emotionele rollercoaster. Niet alleen voor mij, maar zeker ook voor het hele team.’
Tot nu toe ging heel veel van al haar aandacht naar het team en onder andere de samenwerking met Nouryon. Er ontstond weliswaar een nieuwe, commerciële relatie, maar op operationeel vlak is de scheiding minder rigoureus. Arkenbout: ‘Operationeel is het juist heel goed om close samen te werken. Ook voor de business is het uiteindelijk beter om goed op elkaar ingespeelde vrienden te zijn.’ Dat geldt natuurlijk ook voor Teijin Aramid, Delamine en Lubrizol, andere belangrijke klanten op het Chemie Park Delfzijl.[/vc_column_text][vc_empty_space][vc_column_text]
‘Er is nauwelijks meer sprake van laaghangend fruit, dus zullen projecten complexer worden, en daar heb je de juiste mensen voor nodig. Dat is misschien wel de grootste uitdaging.’
[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]
Juiste mensen
Dit jaar komt er weer meer ruimte voor andere projecten, onder andere op het gebied van verduurzaming. ‘Het gaat hier meteen om enorme hoeveelheden energie. Als we ons kunnen richten op interessante verbeterprojecten, kunnen we op relatief korte termijn het energieverbruik van duizenden huishoudens besparen. Maar dan moeten we wel de juiste mensen aan boord krijgen. Er is namelijk nauwelijks meer sprake van laaghangend fruit, dus zullen projecten complexer worden, en daar heb je de juiste mensen voor nodig. Dat is misschien wel de grootste uitdaging.’[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]
Goede opstap
Het voordeel is wel dat Anne Arkenbout en verschillende mensen om haar heen ruime ervaring hebben met energieprojecten. Tot twee jaar geleden was ze productiemanager van de energiecentrale Delesto op Chemie Park Delfzijl. Na acht jaar in de mottenballen werd de 343 megawatt gasgestookte centrale Delesto 2 eind 2020 in bedrijf genomen als start-stopinstallatie voor de levering van elektriciteit aan het openbare net op piekmomenten. Als oplossing voor de grillen in de productie van duurzame energie. Bijvoorbeeld als de zon nauwelijks schijnt en het nagenoeg windstil is, kan de installatie snel worden opgestart om toch op de stroomvraag te kunnen reageren.
Toen de ombouw nagenoeg was voltooid, stapte Arkenbout met een deel van de crew over naar MEB. Eerst als interim, maar na een paar maanden als onderdeel van de vaste organisatie. ‘Delesto 2 was zeker een goede opstap voor MEB.’[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”1/6″][vc_empty_space][/vc_column][vc_column width=”2/3″][vc_single_image image=”180401″ img_size=”large”][/vc_column][vc_column width=”1/6″][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_empty_space][vc_column_text]
‘We werken twee plannen uit: een meertraps-indamping op basis van stoom en een volledige elektrificatie van dit proces.’
[/vc_column_text][vc_empty_space][vc_column_text]
Indampen
Daar ziet ze inmiddels een paar interessante verbeteropties. Elektriciteit lijkt daarbij een nog belangrijkere rol te krijgen. Naast elektrochemie is elektrificatie van de processen immers een interessante optie om de chemische industrie verder te verduurzamen. In Delfzijl geldt dat bijvoorbeeld bij het indampen van het natronloog. Dat kost heel veel energie. Het zou een enorme stap zijn als Nobian dat proces kan verduurzamen. En er zijn al voorzichtige plannen. Arkenbout: ‘We werken twee plannen uit: een meertraps-indamping op basis van stoom en een volledige elektrificatie van dit proces.’
Wellicht kan de fabriek in Delfzijl daarbij leren van collega’s in Denemarken. In de zoutfabriek Dansk Salt aan de Deense Mariager Fjord nam Nobian onlangs een elektrische boiler in gebruik voor het drogen van zout. In de fabriek wordt jaarlijks 600.000 ton zout geproduceerd. Het bedrijf bespaart met de boiler significant op aardgas.[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]
Creatief proces
Meer stroom gebruiken in plaats van stoom, betekent ook dat de onbalans tussen vraag en aanbod op bepaalde momenten kan toenemen. Nobian kan echter ook onderdeel zijn van de oplossing. Naast de startstop-mogelijkheid van Delesto 2 heeft het bedrijf nog een ander instrument in handen, maar dan aan de vraagkant. In relatief korte tijd kan Nobian de chloorproductie verminderen. Aangezien het bedrijf een enorme stroomafnemer is, kan het de druk op het net wanneer nodig ook significant verlichten door deels af te schakelen. Het blijft wel puzzelen. Arkenbout: ‘Natuurlijk moeten we onze klanten wel kunnen blijven leveren. We hebben chlooropslag van ongeveer twee dagen als we volledig uitverkocht zijn. Helemaal naar nul productie gaan we ook niet gauw. Zeg dat we variëren tussen vijftig en honderd procent productie. Bij vijftig procent productie kunnen we vier dagen honderd procent blijven leveren.’
Het is een nieuwe dimensie voor de dagelijkse productie. ‘Nu al bepalen we per kwartier in de productie wat het meest efficiënt is. Het is een geweldig creatief proces. Menselijke intelligentie is daarbij heel belangrijk. In het team heb ik vier kennisdragers zitten op dit vlak. We dagen elkaar continu uit om het maximale eruit te halen, samen met de rest van het team. Van de armen naar het hoofd en andersom.’[/vc_column_text][vc_empty_space][vc_column_text]
Cultureel bepaald
Arkenbout is sowieso erg trots op het team. ‘Als organisatie zijn we eigenlijk net weer opnieuw begonnen. En de organisatie is veel platter dan voorheen. Als ik zie hoe de medewerkers hun verantwoordelijkheden oppakken, dan kan ik daar alleen maar heel trots op zijn. En het geeft ook meteen een goede basis voor nieuwe projecten in dit jaar.’
Dat ze als vrouw in een mannenwereld werkt, heeft ze nooit als een issue ervaren. ‘Een divers team loont in de praktijk. En dat ik de eerste zwangere vrouw was die rondliep op de fabriek, maakt het ook weer heel leuk. Het wordt allemaal sowieso minder traditioneel. Vroeger was het heel normaal dat een plantmanager gemiddeld zestig uur per week maakte, maar dat is echt aan het veranderen. Ja, ik maak ook wel eens zestig uur, maar niet standaard. Dat kan ook niet.’ En dat geldt ook voor haar mannelijke collega’s.
Ze denkt dat nadruk op verschillen tussen mannen en vrouwen grotendeels cultureel is bepaald. ‘Ik heb sterk het idee dat die verschillen juist in Nederland worden geaccentueerd. In mijn tijd voor AkzoNobel in China hadden we het er helemaal niet over.’[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row full_width=”stretch_row” parallax=”content-moving” css=”.vc_custom_1649703092283{padding-top: 20px !important;padding-right: 20px !important;padding-bottom: 20px !important;padding-left: 20px !important;background-color: #f4e5c3 !important;background-position: center !important;background-repeat: no-repeat !important;background-size: contain !important;border-radius: 2px !important;}”][vc_column][vc_column_text]
De plantmanager
[/vc_column_text][vc_column_text]In deze rubriek ‘De plantmanager’ laten wij elke keer een andere plant of site manager aan het woord over zijn werk, visie en bedrijf. Hoe lukt het hen om succesvol te zijn en kunnen ze anderen daarin inspireren? Kent u interessante plantmanagers? Mail dan naar redactie@industrielinqs.nl[/vc_column_text][vc_empty_space][vc_column_text]Dit artikel is geplaatst in Industrielinqs 2023-01[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]