Om in 2030 de uitstoot van CO₂  in Nederland met zestig procent te verminderen ten opzichte van 1990 en in 2050 helemaal klimaatneutraal te zijn, moeten alle zeilen worden bijgezet. Voor de industrie betekent dit grote investeringen in verduurzaming van hun processen. Om te voorkomen dat grote bedrijven uit Nederland vertrekken, geeft de overheid ze een extra steuntje in de rug via zogenoemde maatwerkafspraken.

Monique Harmsen

Met de maatwerkaanpak van de overheid worden de grootste industriële uitstoters van broeikasgassen uitgedaagd een extra stap zetten om hun CO₂  uitstoot sneller te reduceren. Deze maatwerkaanpak komt boven op de CO₂ -reductie die de industrie al door andere maatregelen uit het Klimaatakkoord realiseren. Volgens berekeningen van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat kan deze aanpak leiden tot 9,1 megaton minder CO₂ -uitstoot in 2030. Dat is ongeveer veertig procent van wat de industrie in 2030 in totaal aan CO₂ -uitstoot moet verminderen.

Minister Adriaansens van Economische Zaken en Milieu benadrukt dat het bij maatwerkafspraken om veel meer dan alleen geld gaat. ‘De meeste bedrijven vragen ons niet om geld, maar om een snelle vergunningverlening, genoeg capaciteit op het stroomnet en voldoende stikstofruimte.

Intentieverklaring

Op dit moment worden er gesprekken gevoerd met de twintig grootste uitstoters. Hieronder bevinden zich de grote energieproducenten RWE, Vattenfall, Enecogen en Uniper, vier afvalverbrandingsinstallaties, oliemaatschappijen Shell, BP en Esso, en verder de bedrijven Nobian, OCI, Tata Steel, Dow Benelux en Yara Sluiskil.

Voordat bij de afvalverbrandingsinstallaties over een maatwerktraject kan worden gesproken, worden eerst de resultaten van een onderzoek naar CO₂ -reductie en circulariteit afgewacht. En bij één bedrijf is gezamenlijk geconcludeerd dat er geen mogelijkheid is voor extra reductie van de uitstoot van CO₂  in 2030 in aanvulling op wat het bedrijf al in voorbereiding heeft. Vijf bedrijven hebben echter al wel een intentieverklaring getekend: Shell, Nobian, OCI, Tata Steel en Dow Benelux.

Shell

Shell zet in op het terugdringen van de CO₂ -uitstoot van de fabrieken in Rotterdam en Moerdijk. In 2030 wil het bedrijf 3,9 megaton minder CO₂  uitstoten. Dat is ongeveer twintig procent van wat de Nederlandse industrie in totaal aan CO₂  moet reduceren in 2030. Om dit te bereiken gaat het bedrijf onder andere CO₂  afvangen en opslaan in lege gasvelden onder de Noordzee. Verder zet Shell in op vervanging van fossiele brandstoffen in haar fabrieken door groene elektriciteit. Op termijn wil Shell steeds meer biobrandstoffen produceren.

Shell spant zich daarnaast in om de stikstofuitstoot in Pernis en Moerdijk met minstens tien procent te verminderen door minder fossiele brandstoffen te gebruiken en te investeren in schone technieken die bij de productieprocessen minder stikstof uitstoten. Op het eigen industrieterrein kijkt Shell naar gebruik van duurzame werk- en voertuigen, zoals vrachtwagens, heftrucks en graafmachines. En er wordt onderzocht welke investeringen nog meer nodig zijn om de uitstoot van stikstof en andere stoffen, zoals fijnstof, extra te verminderen en daarmee de leefomgeving te verbeteren.

Shell heeft ook de ambitie om driehonderd kiloton plastic afval te verwerken tot nieuwe grondstoffen voor de plasticindustrie. Dit afval wordt nu nog verbrand. Hiermee wordt een belangrijke stap gezet naar meer gebruik van circulaire plastics. Voor dit recycleproces bouwt Shell in Moerdijk een fabriek die tussen 2024 en 2027 in fases in gebruik wordt genomen.

De overheid gaat nu samen met Shell onderzoeken welke mogelijke knelpunten er zijn en op welke manier de overheid kan ondersteunen. Bijvoorbeeld door het versnellen van de vergunningverlening voor verduurzamingsprojecten, het op tijd aanleggen van CO₂ – en waterstofpijpleidingen, en verzwaring en uitbreiding van het elektriciteitsnet. Als dit voor Shell is gerealiseerd, kunnen ook andere bedrijven in het industriegebied Rotterdam-Moerdijk gebruikmaken van de nieuwe infrastructuur.[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]

Nobian

Zout- en chemiebedrijf Nobian heeft de intentie om nul CO₂ -uitstoot al te realiseren in 2030 via een aantal projecten. Een belangrijk onderdeel is de elektrificatie van de zout- en stoomproductie in Delfzijl en Hengelo. Door te investeren in elektrificatie kan uitstoot worden verminderd en gas worden bespaard. Dit zal gebeuren door het plaatsen van industriële warmtepompen in de zoutfabrieken van Nobian in Hengelo en Delfzijl. Verder wordt gekeken naar een grotere inname van duurzame stoom.

Nobian wil ook driekwart van de staande chloor-elektrolysecapaciteit in de chloorfabriek in de Botlek vervangen door de modernste elektrolyse-installaties. Hierdoor kan het stroomverbruik met 135 GWh per jaar worden verminderd en wordt de uitstoot verder gereduceerd. Dit creëert ook ruimte op het net voor andere partijen om in te zetten op elektrificatie. Een ander onderdeel van de afspraken is dat wordt gekeken hoe extra ondergrondse opslagcapaciteit voor waterstof in zoutcavernes kan worden ontwikkeld, als onderdeel van de waterstof backbone in Nederland.

De verwachting is dat de projecten samen zo’n 550 kiloton CO₂ -uitstoot, 350 miljoen kubieke meter gasverbruik en 430 ton NOx-uitstoot zullen besparen.[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]

OCI

Chemiebedrijf OCI geeft drie mogelijke routes aan om ervoor te zorgen dat de ammoniak en methanol die wordt geproduceerd of geïmporteerd groen is. Op dit moment produceert OCI in Nederland voornamelijk met aardgas als grondstof. Dit kan worden vervangen door waterstof gemaakt uit wind op zee of door waterstof uit huishoudelijk en groen afval. Een derde mogelijkheid is om groene ammoniak en methanol te importeren, bijvoorbeeld uit OCI’s productiefaciliteiten in Egypte en de VS. In de volgende fase gaat de overheid samen met OCI uitwerken welke route(s) de voorkeur hebben en in aanmerking komen voor maatwerk om de CO₂ -reductie in Nederland te versnellen.

Het streven van OCI is om de CO₂ -uitstoot voor 2030 met minimaal 0,8 megaton tot maximaal 1,7 megaton te verminderen. Het bedrijf stootte in 2020 in totaal 2,2 megaton CO₂  uit. Daarnaast wil het bedrijf tot dertig procent minder stikstof uitstoten en wordt onderzocht hoe de impact op de leefomgeving verder kan verbeteren. Het gaat hierbij naast de stikstofuitstoot ook om vermindering van de uitstoot van ammoniak en zwavel tijdens het productieproces. Tot slot wordt ernaar gestreefd om de risico’s van OCI’s activiteiten voor de veiligheid van de leefomgeving te minimaliseren.[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]

Tata Steel Nederland

Een belangrijk onderdeel in de plannen van Tata Steel om te verduurzamen, is terugdringing van de CO₂ -uitstoot. In de intentieverklaring spreekt de staalproducent de ambitie uit om 5 megaton minder CO₂  uit te stoten in 2030 en in 2045 volledig klimaatneutraal te zijn. Daarnaast wil Tata Steel extra stappen ondernemen voor verbetering van de leefomgeving. Ook wordt er aandacht besteed aan het stikstofvraagstuk.

Tata Steel besloot in september vorig jaar al over te gaan van de ondergrondse opslag van CO₂  naar de productie van groen staal met het Direct Reduced Iron productieproces. Dit proces is duurzamer en schoner dan de huidige manier van staal maken, en maakt bij de productie gebruik van groene waterstof. De overgang naar deze manier van staal produceren is complex, omdat het hele staalproductieproces moet worden aangepast en bestaande hoogovens moeten worden vervangen.

In de gewijzigde intentieverklaring zijn extra ambities opgenomen over het verminderen van de impact van het bedrijf op de leefomgeving. Zo is onder andere afgesproken dat Tata Steel Nederland onderzoek gaat doen naar het verder verbeteren van de milieu- en gezondheidssituatie vóórafgaand aan de transitie in 2030. Onderdeel van dit onderzoek is het al eerder sluiten van de meest vervuilende bedrijfsactiviteiten, zoals Kooksfabriek 2.

In de maatwerk intentieverklaring geven de overheden op hun beurt aan te willen onderzoeken hoe zij kunnen ondersteunen bij de plannen en projecten die het bedrijf omvormen tot een meer duurzame en schone staalfabriek. Naast eventuele benodigde financiële ondersteuning, gaat het ook om tijdige besluitvorming over vergunningaanvragen en het realiseren van waterstofinfrastructuur.[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]

Dow Terneuzen

Dow Terneuzen zet in de maatwerkovereenkomst zwaar in op het verduurzamen van het stoomkraken. De krakers gebruiken nu restgas van het proces als brandstof. Dow wil dat proces verduurzamen door geen restgas maar waterstof als brandstof te gebruiken. Daarnaast wil Dow gasturbines, die worden gebruikt voor de koeling in het kraakproces, vervangen door elektromotoren. Dit zorgt niet alleen voor minder CO₂ -uitstoot, maar ook voor minder stikstofuitstoot. De CO₂  die bij de productie vrijkomt, wil Dow gaan afvangen en opslaan om zo de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Deze maatregelen moeten ertoe leiden dat Dow Terneuzen 1,7 megaton minder CO₂  uitstoot in 2030. Dat is acht procent van de totale industriedoelstelling uit het coalitieakkoord.

In de intentieverklaring zijn ook ambities opgenomen om de directe leefomgeving van het bedrijf te verbeteren. De overheid en Dow maken afspraken over het verduurzamen van waterinname en -lozing door bijvoorbeeld water te hergebruiken. Dow gaat ook warmte die vrijkomt bij de processen inzetten in de bebouwde omgeving.[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]

Adviescommissie

Een nieuwe onafhankelijke Adviescommissie Maatwerkafspraken Verduurzaming Industrie gaat controleren of de intentie-afspraken die de bedrijven en de overheid maken ambitieus genoeg zijn om verder uit te werken in maatwerkafspraken. Zo kijkt de commissie of deze afspraken voldoende bijdragen aan extra en snellere CO₂ -reductie en of er concrete doelen worden vastgelegd op het gebied van stikstofreductie en de impact op de leefomgeving. Ook toetst de commissie of de afspraken haalbaar en doelmatig zijn. De commissie brengt hierover advies uit aan de overheid.[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”5/6″][vc_empty_space][/vc_column][vc_column width=”1/6″][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_hoverbox primary_title=”Leden Adviescommissie Maatwerkafspraken Verduurzaming Industrie” hover_title=”Leden Adviescommissie Maatwerkafspraken Verduurzaming Industrie” hover_align=”left” shape=”square” hover_background_color=”custom” align=”left” hover_custom_background=”#9e9576″]

Carolien Gehrels, global director Energy Transition bij Arcadis, is benoemd tot voorzitter van de Adviescommissie Maatwerkafspraken Verduurzaming Industrie. Verder bestaat de commissie uit: Ton Büchner, ondernemer en voorheen onder andere CEO van AkzoNobel, Tanja Cuppen, chief risk officer bij ABN AMRO, Pieter Boot, tot voor kort werkzaam bij het Planbureau voor de Leefomgeving als sectorhoofd Klimaat, lucht en energie, en Laurens de Vries, hoogleraar Complexe Energietransities bij de TU Delft. Omdat ieder maatwerktraject anders is, kan er een extra gastdeskundige worden benoemd voor deskundig advies.

[/vc_hoverbox][/vc_column][/vc_row]