De Nederlandse industriële productie staat onder druk en daalt in 2023 naar verwachting met 3 procent. Vooral de meest energie-intensieve branches – zoals de basismetalenindustrie en de chemie hebben het moeilijk. Hier wordt een krimp van respectievelijk 5,5% en 6% verwacht. Een deel van de productie uit de sector is verplaatst naar buiten Europa, waar de energieprijzen minder zijn gestegen, concludeert ABN Amro in de Sectorprognose Industrie.
De verwachting is dat in 2024 beide segmenten weer met 3 procent groeien. Tegelijkertijd moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat de energiecrisis vooral de zware industrie ook in de komende jaren parten speelt. Daarnaast staat de industrie aan de vooravond van een flinke versnelling van de klimaattransitie en is de sector steeds meer een speelbal van geopolitieke ontwikkelingen,
Over het algemeen leidt de gestegen rente tot afbouw van voorraden, een dalende vraag naar bouwmaterialen en minder vraag naar investeringsgoederen, zoals machines en transportmiddelen. Als aan het eind van dit jaar de rente wordt verlaagd en de economie in 2024 weer aantrekt, kan de industrie profiteren van een groei van 4 procent, stelt ABN Amro.
De Nederlandse industrie is volgens ABN AMRO daarnaast steeds vaker een speelbal van geopolitieke ontwikkelingen. ‘Er is een nieuw tijdperk ingeluid, waarin protectionistisch beleid grote invloed heeft op de industrie. Behalve de ambitieuze klimaatdoelstellingen en de Europese chipverordening gaat het ook om industriepolitiek die beoogt Europa – waaronder Nederland – minder afhankelijk te maken van andere landen, in het bijzonder China. Zo wil de Europese Commissie dat de EU 40 procent van haar groene technologie, zoals zonnepanelen, windmolens en batterijen, in 2030 zelf produceert’, vertelt Albert Jan Swart, Sector Econoom Industrie van ABN AMRO.