Minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat toont een groter vertrouwen in het concept Klimaatakkoord dan enkele VVD-partijgenoten. Tijdens het Deltalinqs-jaardiner afgelopen maandag stelde hij dat Nederland alles in huis heeft om het tot een succes te maken. ‘Als het hier niet kan, kan het nergens.’ Maar dan moeten wel alle mogelijke maatregelen worden ingezet. 

Volgens de minister is op elke oplossing wel iets aan te merken. Ondergronds opslaan van CO2, stuit op weerstand. Windmolens op zee hebben nadelen voor de flora en fauna. Landbouwgrond kun je beter inzetten voor de voedselvoorziening, dan voor biomassa en ga zo maar door. Wiebes: ‘Misschien dat zonnepanelen op onze daken weinig weerstand opwekt, maar alleen daarmee redden we het gewoon bij lange na niet.’

Tijdens het diner, waarbij jaarlijks alle beslissers in de Rotterdamse havens aanwezig zijn, nam hij het ook even op voor de industrie. ‘De industrie heeft het grootste aandeel in het Klimaatakkoord. Ze stoot een kwart uit, maar is verantwoordelijk voor een derde van de CO2-reductie tot 2030.’

Opslag van CO2

Deltalinqs-voorzitter Steven Lak riep de overheid dezelfde avond op snel en gericht keuzes te maken voor de financiering van collectieve voorzieningen. Het gaat dan om zaken als warmtenetten en pijpleidingen voor het transport en de opslag van CO2. Dat is volgens hem noodzakelijk om de CO2-uitstoot in de Rotterdamse haven te verlagen.

Bijdrage

Om de CO2-uitstoot tot 2030 met 49 procent te verlagen, is de Rotterdamse haven volgens Deltalinqs sterk afhankelijk van de afvang van CO2 bij de industrie en de opslag ervan onder de Noordzee, ook wel aangeduid met CCS. Maar over de financiering van de transportleiding voor het broeikasgas zijn nog steeds geen afspraken gemaakt. Van de rijksoverheid wordt een bijdrage verwacht, maar duidelijkheid is er nog steeds niet.