Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Planbureau (CPB) presenteren op woensdag 13 maart 2019 hun analyses van het ontwerp-Klimaatakkoord. Dit hebben beide planbureaus meegedeeld aan de minister van Economische Zaken en Klimaat, de heer Wiebes, en de voorzitter van het Klimaatberaad, de heer Nijpels.
Het PBL en het CPB reageren hiermee op het verzoek van de heren Wiebes en Nijpels van 21 december 2018 om het ontwerp-Klimaatakkoord door te rekenen, en van de heer Wiebes om een aantal aanvullende vragen en varianten te beantwoorden, respectievelijk door te rekenen.
De Nederlandse industrie is bereid behoorlijke stappen te nemen in de verduurzaming van zijn productie. In totaal kan de industrie in 2030 twintig megaton CO2-uitstoot vermijden, maar carbon leakage ligt op de loer. Duurzame warmte, elektrificatie en de inzet van waterstof zijn allemaal opties die behoorlijk kunnen bijdragen aan de CO2-opdracht van de industrie, maar mist zijn doel als de productie naar andere landen verschuift.
Industrietafelvoorzitter Manon Janssen presenteerde begin juli de resultaten van het overleg met de diverse stakeholders van de Nederlandse proces- en maakindustrie. De drie belangrijkste thema’s die daarin naar voren kwamen zijn proces-efficiency en warmtegebruik, elektrificatie en grondstoffenverwerking. De fossiele invulling van hogetemperatuurwarmte kan worden ingewisseld voor warmtepompen, stoomrecompressie en elektrische boilers. Cascadering moet bovendien de warmteketen in zijn geheel efficiënter maken.
Na de overhandiging van het ontwerp Klimaatakkoord, verzocht de minister het CPB en het PBL de voorstellen door te rekenen. Met als doel om de bevindingen van de planbureaus zo spoedig mogelijk te kunnen laten meewegen in het voortgaande gesprek aan de Klimaattafels en binnen het Kabinet, hebben het PBL en het CPB de afgelopen periode gezocht naar de kortst mogelijke termijn waarbinnen een inhoudelijk en kwalitatief verantwoorde beoordeling van het ontwerp-Klimaatakkoord mogelijk is.
PBL en CPB zullen hun bevindingen op woensdag 13 maart gezamenlijk aan de pers presenteren.