Onderhoudsaannemers maken zich dubbel zorgen over het verwachte uitstel van onderhoudsstops. Want uitstel leidt er mogelijk toe dat vanaf het najaar veel stops tegelijkertijd plaatshebben. En de arbeidsmarkt voor gekwalificeerde technici staat al enorm onder druk.
Ondanks de coronacrisis gaan momenteel veel onderhoudswerkzaamheden aan Nederlandse fabrieken door. Fabrieken en centrales open laten liggen, is immers zeer onwenselijk. En het gaat vaak om belangrijke schakels in vitale ketens. Die moeten zo snel mogelijk weer draaien. Hoewel dat in België – waar de noodmaatregelen nog strenger zijn – minder prioriteit heeft. Daar lijken zelfs enkele gaande stops stil te liggen.
Interval
Even wat concreter. Stops bij Shell Pernis en Moerdijk gaan momenteel door, uiteraard met alle maatregelen die nodig zijn. Net als die van energiecentrales van RWE in Moerdijk en Geertruidenberg, afvalverwerker Attero in Wijster, methanolproducent BioMCN en chemiebedrijf Delamine in Delfzijl, Borealis op Chemelot en meer. Ook halen Nouryon en Engie nog steeds respectievelijk de wk-centrale Delesto en de units van de Eemscentrale uit de mottenballen.
Voor de geplande, nog niet aangevangen stops ligt dat anders. Verschillende stops zijn al uitgesteld, zo melden toeleveranciers. Dat zou bijvoorbeeld voor OCI Nitrogen in Geleen gelden. Gunvor heeft in Rotterdam zijn stop inmiddels uitgesteld. Andere productiebedrijven zijn uitstel druk aan het onderzoeken. Belangrijk daarbij is dat de bedrijven bij uitstel de integriteit van de installaties kunnen garanderen. Ze onderzoeken bijvoorbeeld of met kleine ingrepen de interval tussen turnarounds met een paar maanden tot een half jaar kan worden opgerekt.
Via het Landelijk Platform Inspectiediensten hebben verschillende keuringsdiensten Inspectie SZW op de hoogte gebracht van de situatie. En dat onderhoudsstops mogelijk niet uitgevoerd kunnen worden. I-SZW heeft beloofd volgende week met een officiële reactie te komen.
Disbalans
Hoewel het nu nog steeds relatief druk is voor onderhoudsaannemers en andere toeleveranciers van onderhoudsdiensten, kan dat de komende maanden dus flink uitdoven. Dat alleen al zorgt voor de nodige zorgen. Op korte termijn kan het noodpakket van de overheid de omzetderving van de toeleverende bedrijven nog compenseren. Maar het is wrang dat technici in tijden van een tekort op de arbeidsmarkt mogelijk thuis komen te zitten.
Het is de disbalans in de periode daarna die de boel nog meer ontwricht. Bedrijven als Stork en Sitech zijn respectievelijk in het noorden van Nederland en Limburg gewend om van stop naar stop te gaan. In Rotterdam en Zeeland zijn verschillende asset-owners groot genoeg om met vaste huiscontractors te werken. Aannemers als Spie, Mourik en Engie gaan daar weer van stop naar stop. Door alles goed te plannen en af te stemmen met opdrachtgevers kunnen contractors op die manier al het werk nog redelijk behappen. Wel kwam het de afgelopen jaren voor dat aannemers een beroep moesten doen op concurrenten om het werk gedaan te krijgen. Gewoonweg omdat er binnen de bedrijven te weinig technici voor handen waren om de klussen te klaren.
Krapte
Maar wat gebeurt er als vanaf het najaar mogelijk het grootste deel van de uitgestelde stops tegelijkertijd moeten worden uitgevoerd? Elkaar uit de brand helpen met technici zal dan niet meer gaan. En ook de pool met ingehuurd personeel is niet oneindig. Op regionaal en landelijk niveau zijn er gewoon limieten. Komen dan fabrieken noodgedwongen langer stil te liggen, omdat anders de veiligheid en integriteit niet kan worden gegarandeerd? En welke invloed heeft dat op de leveringszekereheid van chemische producten en bijvoorbeeld elektriciteit? Alle zorgen over de krapte op de arbeidsmarkt krijgen dan mogelijk een urgentie die zijn weerga nog niet kent. Dan zijn de puzzels pas echt nauwelijks te leggen.