Offshore windparken hebben om in 2030 11,5 GW energie rendabel te leveren ondersteuning nodig. Dit is een doelstelling in het Klimaatakkoord. Het meest haalbare is om groene industriële energie te ondersteunen. Dit staat in het rapport The business case and supporting interventions for Dutch offshore wind dat AFRY (voorheen Pöyry) heeft geschreven voor het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Het AFRY rapport bestudeert mogelijkheden om de windparken zonder subsidie te laten functioneren. De kosten voor de realisatie van windparken kunnen in principe dalen door schaalvergroting en innovaties. Het rapport schat deze kostenreductie in op 14% tussen nu en 2030. De risico’s om de opgewekte capaciteit goed te benutten blijven echter groot door onzekerheden over de prijsontwikkelingen op de energiemarkt en de financieringsrisico’s. Ook een langzamer dan ingeschatte elektrificatie van de industrie en vervoer vormen een risico met gevolgen voor de marktprijzen. Zonder tussenkomst van overheidsmaatregelen zou het doel van 11,5 GW te halen zijn als de omstandigheden in de markt niet veranderen. Deze moeten wel scherp worden gemonitord. Voldoende vraag naar groene industriële energie ziet het rapport als belangrijke factor voor de business case van windenergie.

Daarnaast ziet het rapport mogelijkheden voor het inbouwen van flexibiliteit, bijvoorbeeld door de productie van waterstof met windenergie.

Door de onzekerheden in de vraag zijn investeerders moeilijker bereid te investeren in nieuwe (offshore) windprojecten waardoor de totale capaciteit aan windenergie uitblijft.

Zekerheden voor groene industriële energie

De NVDE ondersteunt de visie maar ziet graag zekerheden voor de industrie en laat weten graag mee te denken over werkbare ideeën en oplossingen. Daarmee kan de elektrificatie van de industrie versnellen.

Ook de organisatie voor windenergie in Nederland, de NWEA, wil dat de overheid meer zekerheden voor groene industriële energie. Deze organisatie wil inzetten op snellere elektrificatie. ‘Anders dalen de marktprijzen en daarmee wordt windenergie niet rendabel’, concludeert NWEA in lijn met het rapport van AFRY. Daarnaast pleit de NWEA voor kostenreductie. Dit kan door met een langere vergunningstermijn. Windparken kunnen zo de kosten in 40 in plaats van 30 jaar terugverdienen. Ook wil de NWEA dat de overheid bij kan springen als back-up. ‘De risico’s van het niet halen van de klimaatdoelstellingen kunnen beter worden verdeeld. Nu liggen ze eenzijdig op de markt’, is een opmerking. Zeker omdat investeerders ook kijken naar mogelijkheden in andere landen. Nederland moet ervoor waken aantrekkelijk te blijven in vergelijking met vooral Groot-Brittannië en Denemarken.