Een papierloze samenleving? Die voorspelling van een paar decennia geleden is alvast niet uitgekomen. Wel verandert de functie van papier. Zo lijkt een revival aanstaande van papier als verpakkingsmateriaal, nu plastics onder druk staan. Ook is de papierindustrie druk in de weer haar voetafdruk te verkleinen. Zo is CEO Miklas Dronkers van Crown Van Gelder bijzonder trots op de nieuwste innovatie van het bedrijf: papier van suikerbietenpulp. Resultaat: de milieu-afdruk is zestien procent lager.
Hij haalt een platte, nog ongevulde 25 kilogram suikerzak tevoorschijn. ‘Kijk daar zitten spikkeltjes in het papier. Dat zijn kleine kurkdeeltjes afkomstig uit de schil van de suikerbiet. Voor de klant zijn die spikkeltjes prima, want daarmee laat hij zien dat hij een verantwoorde keuze maakt.’ En het is in dit geval dubbelop. Een suikerproducent die zijn product verpakt in papier waar ook vezels van de suikerbiet in zijn verwerkt. Op zijn minst slimme marketing.Volgens algemeen directeur Miklas Dronkers liggen zeker in de voedingsmiddelenindustrie interessante kansen voor het suikerbietenpapier van papierproducent Crown Van Gelder. Dronkers: ‘Momenteel wordt druk gezocht naar alternatieven voor plastic verpakkingen. En dan kom je al gauw uit bij papier. Voor de verpakking van levensmiddelen heb je echter wel verse vezels nodig. Vanwege de voedselveiligheid kan daar geen gerecyclede vezel voor worden ingezet. De verse vezels halen wij nu uit bomen. Als we andere bruikbare vezels kunnen inzetten met minder druk op het milieu, dan is dat natuurlijk welkom.’

Zeven keer recyclen

Een interessant alternatief blijkt dus de suikerbiet te zijn. ‘In de zoektocht naar andere bruikbare vezels, waaronder bermgras, olifantsgras, aardappelen en stro, liepen we een paar jaar geleden haast toevallig tegen Suikerunie aan.’ The Cosun Beet Company, zoals de suikerproducent zich tegenwoordig noemt, zocht binnen zijn programma ‘Groene Cirkels’ hoogwaardige toepassingen voor de pulp, de grootste reststroom van de suikerproductie. Die suikerbietenpulp eindigt traditioneel als veevoeder. Her en der wordt het ook vergast om er groen gas van te maken.

papier‘Het was een schot in de roos,’ stelt Dronkers. ‘Suikerbietenpulp blijkt heel veel bruikbare cellulose-vezels te bevatten en relatief weinig onbruikbare lignine. Even een vergelijking: in aardappelen zit Ă©Ă©n procent bruikbare vezel, in suikerbieten maar liefst twintig procent. Bovendien is de vezel net als houtvezels van bomen zo’n zeven keer te recyclen in papier en karton. En vergeet niet dat we een reststroom gebruiken en dat er geen chemicaliĂ«n nodig zijn om de vezels aan het papier toe te voegen.’

Zestien procent

Een groot voordeel ten opzichte van bomen is dat suikerbieten veel sneller groeien. Een bietenveld van een hectare vangt jaarlijks ongeveer dertig ton CO2 af. Een bos neemt in dezelfde tijd drie ton CO2 op. Voordeel is verder dat de vezels niet van ver hoeven te komen, uit Scandinavië, Zuid-Europa, of zelfs Zuid-Amerika. Elke week komt nu 3.000 ton aan houtvezels via de haven van Vlissingen aan in Velsen-Noord, waar de papierfabriek staat van Crown Van Gelder. De suikerbietvezels komen echter van veel dichterbij. Uit de reststromen van de suikerfabrieken van Cosun in Groningen en Noord-Brabant.

Ook de geringe afstand heeft impact op de totale footprint. ‘We hebben de milieu-afdruk laten berekenen. Vervanging van hout- door suikerbietvezels levert een milieuwinst op van tachtig procent. Vanaf het nieuwe jaar kunnen we twintig procent van de houtvezels vervangen. In totaal levert dat dus een verbetering van de milieu-afdruk op van zestien procent. Door de kortere transportafstanden is er bijvoorbeeld ook minder uitstoot van fijnstof.’

‘Suikerbietenpulp blijkt heel veel bruikbare cellulose-vezels te bevatten en relatief weinig onbruikbare lignine.’

Miklas Dronkers, CEO Crown Van Gelder

Natuurlijk rijst de vraag of er niet een groter deel is te vervangen. Maar dat lijkt vooralsnog niet mogelijk. ‘We gaan al een stuk verder dan bij experimenten elders op kleine schaal. Uit het meeste onderzoek blijkt dat vijftien procent tot nu toe het maximum was. Dus twintig procent is echt veel en dat op industriĂ«le schaal. Willen we meer, dan lopen we bijvoorbeeld tegen de grenzen van onze machines aan. Maar we zijn leergierig. Zo blijven we ook andere alternatieve vezels onderzoeken.’

Minder snijverliezen

Crown Van Gelder richt zich de laatste vijftien jaar vooral op de markt van high speed inkjet-printing. ‘In de papierindustrie zijn er vooral grote sites die uitgaan van economy of scale. Vijfentwintig jaar geleden zijn we een andere weg in gegaan. We zijn op zoek gegaan naar niches waar wij sterk kunnen zijn. Vijftien jaar terug was de markt voor het printen met inkjet nog klein, maar die is sinds die tijd enorm gegroeid. Voordeel is dat je in kleine hoeveelheden kunt printen en ook gepersonaliseerd.’

Dronkers pakt er een paar boeken bij. ‘Deze zijn geprint met inkjet-printers. In kwaliteit niet te onderscheiden van gedrukte exemplaren.’ Onder andere in de markt voor wetenschappelijke publicaties heeft printing on demand een enorme vlucht genomen. Dronkers enthousiast: ‘Je bestelt een boek of een andere publicatie, dat overnacht wordt geprint en de volgende dag kun je hem in huis hebben. Voordeel is ook dat je niets op grote afstanden hoeft te verschepen, want de printcentra kunnen overal ter wereld staan. Bovendien is er veel minder papierverlies. Minder snijverliezen en er wordt geen boek te veel gedrukt.’

Picoliter

Inkjetprinten vraagt om specifieke kwaliteiten van papier. ‘De techniek is heel anders dan bij offsetdruk. Zo’n boek wordt in totaal in zes seconden geprint. Je moet je voorstellen dat de printers dus in zeer korte tijd enorm veel kleine druppeltjes op het papier spuiten. Druppeltjes van een paar picoliter. Het pigment moet op de juiste plaats blijven, maar het water waarin het is opgelost moet binnen een milliseconde in het papier worden afgevoerd. Voordat de volgende druppeltjes het papier raken. Anders gaat de inkt vermengen, met onscherpe beelden als gevolg.’
Het papier moet daarom meer doorlatend zijn dan bijvoorbeeld drukpapier. ‘Bij offsetdruk is de inkt veel viskeuzer en moet het gladde oppervlak van het papier juist waterafstotend zijn.’

tekst gaat verder onder de afbeelding

papier

‘Vanaf het nieuwe jaar kunnen we twintig procent van de houtvezels vervangen. Dat levert een verbetering van de milieu-afdruk op van zestien procent.’

Miklas Dronkers, CEO Crown Van Gelder

Hoge kwaliteit papier

Crown Van Gelder is daarom continu bezig met het verbeteren van het papier. En in verschillende variaties. ‘We maken hier maar liefst tachtig verschillende papiersoorten voor inkjet. Zo heeft elk printermerk eigen specificaties. Canon, Fuji en bijvoorbeeld HP werken net met een andere techniek of inkt die ook om een net andere samenstelling van het papier vraagt. Bovendien leveren we verschillende grammages en meerdere varianten van de kleur wit.’
Het vraagt ook om heel veel kennisopbouw en een goede samenwerking met verschillende partijen. Bijvoorbeeld met de printerfabrikanten, printcentra, maar vooral ook met de eindklanten.

De verkopers van de papierfabriek moeten daarom inhoudelijk zeer goed onderlegd zijn en het liefst met de eindklanten in contact komen. Grote merken van voedingsmiddelen bijvoorbeeld. Zij willen graag concurrerend zijn op het gebied van milieuvriendelijkheid. Omdat ze daar marktvoordeel uit kunnen halen. Dronkers: ‘Maar de milieuwinst moeten ze vaak wel bij partners uit de productieketen halen. Tegelijkertijd willen ze er niet meer voor betalen. De Ebita blijft op Ă©Ă©n staan.’

Dat vraagt om veel afstemming. Op het eerste oog kunnen duurzamere oplossingen bijvoorbeeld duurder lijken. ‘Als een papiersoort meer kost, maar er uiteindelijk minder verliezen zijn bij de verwerking en het printen, dan kunnen de totale kosten juist dalen. Het milieuvoordeel van inkjet is dat je bovendien minder papier gebruikt. Dat verhaal moeten we de klanten wel zelf gaan vertellen.’