[vc_row][vc_column][vc_column_text]

Vynova produceert in Tessenderlo verschillende basischemicaliën, zoals natronloog, kaliloog, kaliumcarbonaat en monovinylchloride. Het bedrijf zet sterk in op duurzaamheid en heeft de afgelopen jaren diverse processen geoptimaliseerd. Peter Van der Veken, vice president Technology & Engineering, verantwoordelijk voor de technologiekeuzes die in de fabrieken worden toegepast, geeft uitleg.

[/vc_column_text][vc_empty_space][vc_column_text]Vynova heeft duurzaamheid in de volle breedte omarmd. Het bedrijf ziet het als een verplichting ten opzichte van de mens en de samenleving. ‘Economisch succes gaat tenslotte gepaard met sociale rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid voor het milieu’, stelt Peter Van der Veken. ‘Daarom hebben we recent een duurzaamheidsprogramma opgestart dat rust op drie pijlers: decarbonisatie, circulariteit en de impact van chemische stoffen op mens en milieu.’ Van der Veken is onder meer verantwoordelijk voor de decarbonisatie van de vijf locaties waar de fabrieken gevestigd zijn: Tessenderlo, Beek, Wilhelmshaven (Duitsland), Mazingarbe (Frankrijk) en Runcorn (Verenigd Koninkrijk).[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]

Modernste technieken

Om te komen tot decarbonisatie is het belangrijk om vooreerst de processen zo goed mogelijk te optimaliseren. ‘In Tessenderlo hebben we daarom in 2005 en 2017 elektrolyse-units gebouwd die met moderne membraantechnologie chloor, loog en waterstof produceren.’ Die elektrolyse-eenheden vervingen de oude productie-installaties voor natrium- en kaliumhydroxide, die gebaseerd waren op kwikceltechnologie. ‘Kwik moest tegen 2017 worden uitgefaseerd in Europa en door de twee investeringen hebben we hieraan voldaan.’
Het bedrijf zette hiermee ook een grote stap voorwaarts op het vlak van duurzaamheid en energie-efficiëntie. ‘Voor de bouw van de elektrolyse-units met membraantechnologie hebben we er meteen voor gekozen de modernste technieken toe te passen om een zo laag mogelijk energiegebruik te hebben. Denk bijvoorbeeld aan de keuze van membranen die zo weinig mogelijk elektriciteit gebruiken bij de splitsing van de zoutmoleculen.’
De nieuwste eenheid werd in 2018 in gebruik genomen. ‘Hiermee is het elektriciteitsverbruik ten opzichte van de stopgezette eenheid met dertig procent gedaald, een daling die overeenkomt met het energieverbruik van tienduizend gezinnen.’[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]

Betere balans

In de elektrolysefabriek wordt zout (natriumchloride of kaliumchloride) gesplitst in loog, dus natriumhydroxide (NaOH) of kaliumhydroxide (KOH), chloor en waterstof. De chloor wordt vervolgens gebruikt in de MVC-fabriek die eveneens op de site van Tessenderlo is gevestigd. ‘De geproduceerde waterstof gebruiken we intern als chemische grondstof en als energiedrager. De ideale situatie is om alle geproduceerde waterstof te valoriseren, maar dat is complexer dan je misschien in eerste instantie zou denken’, vertelt Van der Veken.
In 2019 en 2020 heeft Vynova in Tessenderlo uitbreidingen doorgevoerd aan de elektrolysezijde. ‘Hierdoor is het aanbod van waterstof hoger, maar ook volatieler geworden. En aangezien een elektrolyse-unit veel elektriciteit verbruikt, kunnen we onze installaties ook goed gebruiken om het elektriciteitsnet te stabiliseren door de belasting te variëren. De daaruit voortvloeiende productiedalingen en -stijgingen mogen echter niet voor problemen zorgen bij de installaties die de waterstof afnemen. Om te zorgen voor een betere balans hebben we daarom geïnvesteerd in nieuwe waterstofstoomketels. Ook tijdens piekproducties van waterstof kunnen we nu alle waterstof gebruiken door stoom te produceren. We hebben voldoende ketelcapaciteit om alle waterstof te kunnen gebruiken, zelfs als een van de ketels in onderhoud is.’[/vc_column_text][vc_empty_space][vc_column_text]

‘Ook tijdens piekproducties van waterstof kunnen we nu alle waterstof gebruiken door stoom te produceren.’

[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]

Stoomketels

Elke stoomketel heeft een brandervermogen van meer dan 20 megawatt en kan 30 ton stoom per uur produceren. Daarmee kunnen de ketels ongeveer twee derde van alle stoom opwekken die de site in Tessenderlo verbruikt. Voorheen werd gebruik gemaakt van stoomketels op aardgas. ‘Aangezien bij de verbranding van waterstof geen broeikasgassen vrijkomen, kunnen we op die manier ook verder decarboniseren, met circa tienduizend ton per jaar. Dat komt overeen met de CO2-uitstoot van tweeduizend gezinnen die koken en hun huis verwarmen met aardgas.’ De stoomketels passen goed in het toekomstbeleid van Vynova. ‘De investeringen gebeuren allemaal met ons einddoel – net-zero uitstoot of volledige decarbonisatie – in het achterhoofd.’[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”1/6″][vc_empty_space][/vc_column][vc_column width=”2/3″][vc_single_image image=”177898″ img_size=”large”][/vc_column][vc_column width=”1/6″][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_empty_space][vc_column_text]

Warmtepompen

Ook al zijn er al veel optimalisatieslagen gemaakt, meer besparen is dus nog steeds mogelijk. ‘Je zult altijd de bovengenoemde eindoplossingen nodig hebben, maar hoe energie-efficiënter je je productie kunt maken, hoe beter. In onze fabrieken is het laaghangende fruit inmiddels al geplukt, maar we zijn ervan overtuigd dat we nog meer kunnen verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan betere isolatie van leidingen en andere installatieonderdelen of aan het nog beter gebruiken van restwarmtestromen. Bovendien moeten deze ideeën steeds opnieuw worden geëvalueerd, want waar dit voorheen soms niet rendabel was, kan dit met de huidige hoge CO2- en energieprijzen wel het geval zijn.’
Om het potentieel een boost te geven, kijkt Vynova ook naar mogelijkheden van warmtepompen. ‘Als je de temperatuur van restwarmte met een warmtepomp kunt verhogen van 60 graden naar 90 tot 130 graden Celsius, biedt dat voor bepaalde processen opnieuw mogelijkheden. We volgen de ontwikkelingen die gaande zijn in elk geval op de voet. We willen de beste opties kiezen. Opties die niet alleen op dit moment veel kunnen opleveren, maar ook het beste passen in onze toekomstvisie op de lange termijn.’[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”1/6″][vc_empty_space][/vc_column][vc_column width=”2/3″][vc_single_image image=”177899″ img_size=”large”][/vc_column][vc_column width=”1/6″][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row full_width=”stretch_row” parallax=”content-moving” css=”.vc_custom_1649703092283{padding-top: 20px !important;padding-right: 20px !important;padding-bottom: 20px !important;padding-left: 20px !important;background-color: #f4e5c3 !important;background-position: center !important;background-repeat: no-repeat !important;background-size: contain !important;border-radius: 2px !important;}”][vc_column][vc_column_text]

Geschiedenis van Vynova

[/vc_column_text][vc_empty_space][vc_column_text]Vynova is Europees producent van PVC en chlooralkali-producten. Het verhaal van Vynova’s PVC- en MVC-productie in België en Nederland begon op 16 december 1969, toen het Nederlandse DSM en het Belgische Produits Chimiques de Tessenderloo (PCT, later omgedoopt tot Tessenderlo Chemie) de joint venture Limburgse Vinyl Maatschappij (LVM) oprichtten. De naam verwees naar de locatie van beide bedrijven: PCT in Belgisch Limburg en DSM in Nederlands Limburg. Met de oprichting van de Limburgse Vinyl Maatschappij bundelden DSM en PCT de krachten. Het doel: in Tessenderlo MVC maken en op basis van dat MVC in het Nederlandse Beek PVC produceren.
Minder dan drie jaar later waren de PVC-fabriek in Beek en de MVC-fabriek in Tessenderlo een feit. Ze werden met elkaar verbonden via een ondergrondse pijpleiding van 63 kilometer. In Tessenderlo werd een tweede MVC-fabriek gebouwd, die werd opgestart in 1976. Ook in Beek werd in de volgende decennia op verschillende momenten de productiecapaciteit uitgebreid.
In de loop der jaren veranderde de aandeelhouderstructuur van de activiteiten verschillende keren. In 1983 werden de PVC-plant in Beek (op dat moment nog volledig in handen van DSM), de MVC-activiteiten in Tessenderlo en de PVC-fabriek in het Franse Mazingarbe (eind 1976 gekocht door Tessenderlo Chemie) volledig ondergebracht onder LVM, dat ook de leiding nam over de commerciële PVC-activiteiten.
In 1989 verkocht DSM haar belang in LVM, met inbegrip van de PVC-fabriek in Beek en de MVC-fabriek in Tessenderlo, aan Tessenderlo Chemie, en in 2011 werden de PVC-activiteiten van Tessenderlo Chemie door INEOS ChlorVinyls gekocht.
Een nieuw hoofdstuk van de sites in Tessenderlo en Beek begon op 1 augustus 2015, toen de industriële groep ICIG beide vestigingen verwierf, naast drie andere sites in Mazingarbe (Frankrijk), Wilhelmshaven (Duitsland) en Runcorn (VK). De vijf vestigingen vormen sindsdien samen een nieuwe speler op de markt: Vynova.
Sinds de oprichting van Vynova investeerde ICIG al meer dan 225 miljoen euro in de vestigingen van Tessenderlo en Beek om de betrouwbaarheid, energie-efficiëntie en duurzaamheidsprestaties van de productie-installaties verder te verbeteren. Ook op productvlak werd en wordt er geïnvesteerd en geïnnoveerd. Zo lanceerde Vynova in 2020 MVC en PVC op basis van hernieuwbaar etheen uit biomassa en op basis van circulair etheen uit plastic afval. In 2021 volgde de lancering van hernieuwbaar natriumhydroxide, geproduceerd met hernieuwbare elektriciteit, en eerder dit jaar bracht Vynova een gamma koolstofarme kaliumderivaten op de markt. Door deze innovatieve productgamma’s kunnen klanten de CO2-voetafdruk van hun producten aanzienlijk verkleinen.
Bron: Vynova[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]Dit artikel is gepubliceerd in Petrochem 03-2022[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]